Filmbaas kiest voor het geloof

Filmbaas kiest voor het geloof

Royal Albert Hall 1963

Veel deelnemers aan de eerste Internationale Conventie reizen vanuit Haifa naar Londen (foto) om daar, 100 jaar na de verkondiging van Bahá’u’lláh, het eerste Bahá’í Wereldcongres bij te wonen (28 april-2 mei). Een pas gekozen lid van het eerste Universele Huis van Gerechtigheid, een voormalige filmbaas uit Hollywood, wordt bij een tussenlanding op Schiphol geïnterviewd door De Telegraaf.

Drie jaar geleden was de 57-jarige Amerikaan Charles Wolcott nog een van de grote mannen van de filmstad Hollywood. Hij had als algemeen muzikaal leider de verantwoording voor de filmmuziek van alle films van de Metro Goldwyn Mayer-studio’s.

Nu heeft hij in een geheel andere branche weer een leidinggevende functie: een functie waarin men zich niet zo snel een harde filmbaas denkt. Charles Wolcott is lid van het Internationale Huis van Gerechtigheid van het Bahá’í wereld-geloof. Dat huis van gerechtigheid zetelt in het wereldcentrum van het Bahá’í-geloof op de berg Karmel in Haifa, Israël. In dat centrum is zojuist een vergadering gehouden van de leiders van dat geloof. Gisteren waren ze onder leiding van de heer Wolcott even op Schiphol op doorreis naar Londen, waar het eerste grote congres van ’s werelds jongste religie de komende week wordt gehouden.

[…] Op het ogenblik telt het geloof vele duizenden leden in 250 verschillende landen en in Londen zullen op de openingszitting in de Royal Albert Hall ongeveer een 8.000 mensen bij elkaar komen en daartussen zullen Indianen en Eskimo’s, Arabieren en Europeanen zitten.

De heer Wolcott, een zeer rustige en aardige man, is al van 1939 de Bahá’í-leer toegedaan. Hij vertelde me ervan: “Je zoekt bepaalde waarheden en je ziet, dat je verschillende kanten uit kan. Ik was eerst christen, maar er zijn zoveel mogelijkheden om het christendom te bedrijven. Er is zo’n verschrikkelijke animositeit tussen die verschillende richtingen en dan raak je je zekerheid kwijt. In die twijfel leerde ik het Bahá’í-geloof kennen. Daarin is alles op eenheid gericht. Er is maar één God, dezelfde die de christenen en de mohammedanen aanbidden, alle mensen horen tot één familie, tot één ras, het menselijke ras.”

[…] “lk heb eerst lange tijd gewerkt bij Walt Disney,” vertelde de heer Wolcott me over zijn verleden, “ook in de muziek en daarna ben ik dus naar de MGM gegaan. Ik heb aan talloze films meegewerkt, maar dat is nu niet meer belangrijk. In 1960 werd ik gekozen in de Nationale Geestelijke Raad van Amerika. Zojuist ben ik gekozen in Haifa in het internationale huis en dat zijn allebei volledige betrekkingen.

Daarom moest ik dus kiezen, óf de muziek óf het geloof. Ik heb het laatste gekozen. Ik componeer nog wel. Als ik er tijd voor heb ten minste, maar geen filmmuziek meer natuurlijk. Ik leg me nu vooral toe op de serieuze muziek. Er wordt in onze tempels ook muziek gemaakt, maar een echte Bahá’í-literatuur is er nog niet. Daarvoor is het geloof nog te jong.” 

De Telegraaf, 26 april 1963

 

Filmbaas kiest voor het geloof

Met KLM op weg naar Londen

Ga terug naar: Nederlandse geschiedenis