— “Het Bahá’í-geloof erkent de eenheid van God en van Zijn Profeten, ondersteunt het principe van een onafhankelijk onderzoek naar waarheid, veroordeelt alle vormen van bijgeloof en vooroordeel, leert dat het fundamentele doel van religie de bevordering van eendracht en harmonie is, dat zij hand in hand moet gaan met de wetenschap en dat zij de enige en essentiële basis vormt van een vreedzame, ordelijke en vooruitstrevende samenleving. Het legt de nadruk op het principe van gelijke kansen, rechten en voorrechten voor zowel man als vrouw, bepleit verplichte opvoeding en onderwijs, bant de uitersten van armoede en rijkdom uit, verheft werk dat in de geest van dienstbaarheid wordt verricht tot het niveau van aanbidding, beveelt het aanvaarden van een internationale hulptaal aan en voorziet in de noodzakelijke instellingen voor de vestiging en beveiliging van een permanente en universele vrede.” —

— Shoghi Effendi

Baha'i geschiedenis Nederland

De geschiedenis van de Bahá’í-gemeenschap is uniek. Nooit eerder volgden zovelen het ontstaan van een wereldgodsdienst van zo nabij. Het aantal ooggetuigenverslagen, foto’s en archivalia is ongekend groot. Bovendien zijn vele Bahá’í Heilige Teksten bewaard gebleven in het handschrift van de Auteurs Zelf. Het is daarom onvermijdelijk dat deze website slechts een beeld in vogelvlucht kan geven. Wanneer zij aanzet tot wetenschappelijke studie heeft zij aan haar doel beantwoord.

Zoals in andere Europese landen was het een aanslag op het leven van de shah van Perzië die het Bahá’í Geloof in 1852 voor de eerste maal onder de aandacht bracht van een breed publiek. Veel meer dan dat die aanslag het werk was van ‘dwepers’ die een ‘ergerlijk materialisme’ beleden en ‘de islamitische wet verwierpen’, kwam de geïnteresseerde krantenlezer echter niet te weten. Daarvoor waren de Nederlands-Perzische contacten in die dagen te minimaal. Pas na de opening van het Suezkanaal (1869) werden de politieke en handelsrelaties tussen de beide landen, die ruim honderd jaar eerder waren verbroken, weer hersteld. En het waren daarom Rotterdamse zakenlieden die als eersten in contact kwamen met bahá’ís.

De Nederlands-Perzische handel bleef echter gering van omvang en in het begin van de 20ste eeuw kwam die zelfs geheel tot stilstand. Hoewel de meesten van de circa 100 Nederlanders die in die periode voor enige tijd in Perzië verbleven van het Bahá’í Geloof hadden gehoord, sloot niet één van hen zich bij de Bahá’í-gemeenschap aan. De culturele kloof tussen Oost en West was daarvoor klaarblijkelijk te breed. Pas in het kielzog van de Theosofische Vereniging met haar kosmopolitische visie op het verschijnsel godsdienst kreeg het Bahá’í Geloof in 1913 zijn eerste Nederlandse aanhangers. Ook de komst in 1920 van twee Perzische bahá’ís naar Den Haag om daar aan de Centrale Organisatie voor een Duurzame Vrede de Bahá’í-visie op het bereiken en bewaren van wereldvrede over te brengen, zorgde voor een toename in de bekendheid met deze nieuwe godsdienst. Een handjevol Nederlanders noemde zich in die dagen ‘bahá’í’.

Een nationale Bahá’í-gemeenschap ontstond pas na de Tweede Wereldoorlog toen Noord-Amerikaanse bahá’ís de taak op zich namen om de godsdienst ook in Europa te vestigen. In Nederland werden de activiteiten aanvankelijk geconcentreerd op Amsterdam en in 1948 kon er in die stad een zogenoemde ‘geestelijke raad’ worden geformeerd. Van een autonome Bahá’í-gemeenschap zou echter pas sprake zijn wanneer er ook op nationaal niveau zo’n raad zou kunnen worden gekozen. Daarvoor waren (zo meende men) tenminste nog acht andere lokale raden nodig. Mede doordat een dertigtal Iraanse gelovigen zich in ons land vestigde was het in 1962 zover: een slechts 136 leden tellende geloofsgemeenschap koos dat jaar voor de eerste maal haar nationale bestuur en verankerde zich daarmee in de Nederlandse samenleving.

De website Bahaigeschiedenis.nl is een non-profit privé initiatief ter gelegenheid van het 200-ste geboortejaar van Bahá’u’lláh. Zij is geen officiële woordvoerder, maar wil wel op een waardige wijze betrouwbare en brede informatie bieden over de geschiedenis en inhoud van het Bahá’í Geloof. Daarin is zij niet de enige, maar in het Nederlandse taalgebied wel een van de weinige. De Bahá’í Geschiedenis Poster uit 1993 diende als inspiratiebron en de brief van het Universele Huis van Gerechtigheid van 9 oktober 2015 als richtlijn.

Zelfstandig en onbevooroordeeld onderzoek naar de waarheid is een belangrijk bahá’í-uitgangspunt. En hoewel zij graag over hun geschiedenis en idealen spreken en niets liever willen dan zoveel mogelijk medestanders, vermijden bahá’ís bij voorkeur activiteiten of woorden die men als opdringerig, autoritair of belerend zou kunnen ervaren. Deze website is dan ook gericht op een publiek met een wetenschappelijke moraal - een praktische identiteit die gekenmerkt wordt door nieuwsgierigheid, onbevangenheid, onafhankelijkheid, doorzettingsvermogen, betrouwbaarheid en de bereidheid om argumenten te geven en te nemen.

Deze website en haar bijbehorende historische collectie is een werk-in-uitvoering. Als u wilt helpen met het in kaart brengen en bewaren van de Nederlandse bahá’í-geschiedenis, dan kunt u dat niet alleen doen door het doneren van uw bahá’í herinneringen, foto’s, publicaties of objecten, maar ook met het doorgeven van aanvullingen, verduidelijkingen en correcties. Aarzel niet om contact op te nemen. Stuur uw bericht naar bahaigeschiedenis@gmail.com.

De officiële websites van de nationale en internationale Bahá’í-gemeenschap zijn respectievelijk: bahai.nl en bahai.org.

Welkom! Bahaigeschiedenis.nl - Jelle & Adib