Baha'i geschiedenis Nederland

Zoals in andere Europese landen was het een aanslag op het leven van de shah van Perzië die het Bahá’í-geloof in 1852 voor de eerste maal onder de aandacht bracht van een breed publiek. Veel meer dan dat die aanslag het werk was van ‘dwepers’ die een ‘ergerlijk materialisme’ beleden en ‘de islamitische wet verwierpen’, kwam de geïnteresseerde krantenlezer echter niet te weten. Daarvoor waren de Nederlands-Perzische contacten in die dagen te minimaal. Pas na de opening van het Suezkanaal (1869) werden de politieke en handelsrelaties tussen de beide landen, die ruim honderd jaar eerder waren verbroken, weer hersteld. En het waren daarom Rotterdamse zakenlieden die als eersten in contact kwamen met bahá’ís.

De Nederlands-Perzische handel bleef echter gering van omvang en in het begin van de 20ste eeuw kwam die zelfs geheel tot stilstand. Hoewel de meesten van de circa 100 Nederlanders die in die periode voor enige tijd in Perzië verbleven van het Bahá’í-geloof hadden gehoord, sloot niet één van hen zich bij de Bahá’í-gemeenschap aan. De culturele kloof tussen Oost en West was daarvoor klaarblijkelijk te breed. Pas in het kielzog van de Theosofische Vereniging met haar kosmopolitische visie op het verschijnsel godsdienst kreeg het Bahá’í-geloof in 1913 zijn eerste Nederlandse aanhangers. Ook de komst in 1920 van twee Perzische bahá’ís naar Den Haag om daar aan de Centrale Organisatie voor een Duurzame Vrede de Bahá’í-visie op het bereiken en bewaren van wereldvrede over te brengen, zorgde voor een toename in de bekendheid met deze nieuwe godsdienst. Een handjevol Nederlanders noemde zich in die dagen ‘bahá’í’.

Een nationale Bahá’í-gemeenschap ontstond pas na de Tweede Wereldoorlog toen Noord-Amerikaanse bahá’ís de taak op zich namen om de godsdienst ook in Europa te vestigen. In Nederland werden de activiteiten aanvankelijk geconcentreerd op Amsterdam en in 1948 kon er in die stad een zogenoemde ‘geestelijke raad’ worden geformeerd. Van een autonome Bahá’í-gemeenschap zou echter pas sprake zijn wanneer er ook op nationaal niveau zo’n raad zou kunnen worden gekozen. Daarvoor waren (zo meende men) tenminste nog acht andere lokale raden nodig. Mede doordat een dertigtal Iraanse gelovigen zich in ons land vestigde was het in 1962 zover: een slechts 136 leden tellende geloofsgemeenschap koos dat jaar voor de eerste maal haar nationale bestuur en verankerde zich daarmee in de Nederlandse samenleving.

Hollandse helden & memorabele momenten

Een daad, hoe oneindig klein ook, die gezien wordt in de spiegel van de kennis van God is machtiger dan een berg.

Bahá’u’lláh

Bahai Geschiedenis Nederland

1844

In de woelige jaren na de Franse Revolutie (1789) achten velen de wederkomst van Christus nabij; zo ook bijvoorbeeld Hendrik Hentzepeter. Tussen 1819 en zijn dood in 1845 verwerft deze meertalige inwonend-conciërge van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis) internationale bekendheid met een twintigtal brochures over het onderwerp.

Lees: Hendrik Hentzepeter

Bahai Geschiedenis Nederland

1845

Op 15 december, nog geen twee jaar nadat Siyyid ‘Alí-Muhammad Zich aan Zijn eerste discipel bekend had gemaakt als de Báb, verschijnt er op de voorpagina van een Nederlandse krant een bericht uit Perzië over de vorming van een ‘nieuwe secte’ en de eerste gewelddadige reactie daarop.

Bahai Geschiedenis Nederland

1851

In februari is het einde van het maandenlange beleg van Zanján, een stad halverwege de route Teheran-Tabriz in Perzië, aanleiding voor de eerste vermelding van ‘de sectie der Babis’ in een Nederlands dagblad.

Lees: Eerste Nederlandse nieuwsbericht over bábís

1852

In oktober bereikt het nieuws over een aanslag op het leven van de jonge Násirí’d-Dín Sháh (15 augustus) en de daaropvolgende vergeldingsmaatregelen de nationale en regionale pers in Nederland. Daarmee wordt voor het eerst in bredere kring de aandacht gevestigd op de bábís en hun ideëen.

Lees: Aanslag op de Shah

Bahai Geschiedenis Nederland

1852

Vanwege de aanslag op de shah publiceert het Algemeen Handelsblad een ‘particuliere brief’ over de ‘Babiten’. De prominente bábís Mullá Sádiq (Muqaddas) en Mullá Muhammad-‘Alí (Hujjat) worden daarin genoemd, evenals de botsingen in de provincie Mázindarán (1849) en de stad Zanján (1850).

Bahai Geschiedenis Nederland

1853

In Nederlands-Indië bericht de Java-Bode op 12 februari dat de jongste broer van de shah naar Bagdad is gevlucht, omdat hij er van wordt verdacht tot de ‘vreselijk vervolgde sekte der Babis’ te behoren. Kolonel Rawlinson, de Britse consul-generaal, biedt hem bescherming.

Bahai Geschiedenis Nederland

1854

Het encyclopedische letterkundige tijdschrift Onze Tijd beschrijft ‘De sekte der babis onder de Mohammedanen’. Haar wrede vervolging krijgt veel aandacht. Het artikel put uit meerdere bronnen, waaronder de Zwitserse ooggetuige kapitein Alfred Baron de Goumoëns.

Lees: Alfred Baron de Goumoëns

Bahai Geschiedenis Nederland

1866

Ds. Johan Hooijkaas Herderscheê, ‘modern’ predikant te Nijmegen, geeft in zijn tijdschrift Nieuw en Oud als eerste een beschrijving van ‘Het Bâbisme’, een nieuwe godsdienst in Perzië. Hij ontleent zijn informatie aan het werk van de Franse diplomaat Graaf de Gobineau.

Lees: Johan Hooijkaas Herderscheê

Bahai Geschiedenis

1870

Op basis van een artikelenreeks in het Franse Le Temps publiceert het Nieuw Kerkelijk Weekblad een artikel over de ‘sekte der Babysten’. Daarin wordt voor het eerst melding gemaakt van de door de Báb aangekondigde ‘Hem-Die-God-zal-openbaren’.

Lees: Máh-Kú

Tinco Lycklama à Nijeholt

1873

Jonkheer Tinco Lycklama à Nijeholt uit Beesterzwaag in Friesland publiceert tussen 1872 en 1875 een vierdelig verslag (in het Frans) van zijn reis door het Midden-Oosten (1865-1868). Hij bespreekt daarin ook het ‘Babisme’ en baseert zich daarbij op het werk van de Franse diplomaat Joseph Arthur Graaf van Gobineau.

Lees: Tinco Lycklama à Nijeholt

Bahai Geschiedenis Nederland

1874

Op de algemene vergadering van het Aardrijkskundig Genootschap in de Yachtclub te Rotterdam wordt in aanwezigheid van prins Hendrik de Zeevaarder, Lycklama’s reis door Perzië (1866) besproken. De Báb wordt getypeerd als een ‘soort van wijsgeer’ die ‘een zuivering van zeden, inzonderheid onder de mollahs beoogd’ en streeft naar ‘afschaffing der veelwijverij’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1876

Aan de Rijks Universiteit van Leiden kan men vanaf nu godsdienstwetenschap studeren. Daartoe was in 1840 aan het Franeker Rijks Atheneum de toon gezet met de ‘moderne theologie’, een richting waarin men de vrijheid neemt om, onafhankelijk van kerkelijk leergezag, alles te toetsen aan het verstand, ook het eigen geloof.

Lees: Godsdienstwetenschap

Bahai Geschiedenis Nederland

1878

De doopsgezinde predikant, vrijmetselaar en schrijver Anthony Winkler Prins behandelt in zijn 16-delige Geïllustreerde Encyclopedie, de eerste in Nederland, onder het lemma ‘Perzië’ in het voorbijgaan ook de ‘Bab’ en de ‘sekte der Babi’. ‘Deze sekte gaat volgens veler oordeel een belangrijke toekomst tegemoet.’

Lees: Winkler Prins

1879

De Rotterdammer Johan Collignon werkt als handelsagent in Isfahan. Daar probeert hij tevergeefs de levens te redden van twee Perzische bahá’í handelsrelaties, de broers Siyyid Muhammad-Hasan en Siyyid Muhammad-Husayn.

Lees: Johan Collignon in Isfahan

Bahai Geschiedenis Nederland

1884

In de 2e ‘naar de nieuwste bronnen herziene en aanmerkelijk vermeerderde uitgave’ van zijn succesvolle Geïllustreerde Encyclopedie wijdt Winkler Prins nu ook een kwart pagina aan een afzonderlijk lemma over de ‘Babi, de naam der aanhangers eener nog jeugdige Mohammedaansche secte in Perzië.’

1885

Onder het wakend oog van koloniale autoriteiten introduceren Jamál Effendi en Siyyid Mustafa Rumi het Bahá’í-geloof in Nederlands-Indië (Indonesië). Vooral de vorstin en prinsgemaal van het Leenvorstendom Boné op Celebes (nu Sulawesi) tonen grote interesse.

Lees: De koningin en prins van Boné

Bahai Nederland

1887

In de derde verbeterde druk van zijn populaire reisgids voor christelijke pelgrimage vermeldt de in Jeruzalem wonende Vlaamse Franciscaan Liévin uit Hamme (nabij Antwerpen) dat er in Akka 200 bábís wonen, ‘aanbidders van een man die zichzelf God noemt’.

Lees: Minderbroeders in Akka

Bahai Geschiedenis Nederland

1890

Om duidelijk te maken dat het Babisme geen vorm van Vrijmetselarij is, publiceert het Maçonniek Weekblad een vertaling van een vierdelig artikel over de ‘Babis in Perzië’ uit het Franse La Chaine d’Union (De Keten van Eenheid). Het artikel zal in 1900 worden herhaald.

Frits Knobel

1890

De nieuwe Nederlandse consul-generaal in Teheran, de Amsterdammer Frits Knobel, hoort in april via Johan Collignon over de recente bahá’í-vervolgingen nabij Isfahan. De aanstichter van dat geweld, wordt door Bahá’u’lláh aangesproken als ‘de Zoon van de Wolf’.

Lees: Frits Knobel

Bahai Geschiedenis Nederland

1891

De Brabantse Pater Franciscaan Paulus Boerkamp, sinds 1888 docent-missionaris te Jeruzalem, maakt een reis langs de Syrische kust. De ‘Babies’ in Akka blijken ‘net en zindelijk gekleed en vriendelijk jegens de vreemdeling.’ Zijn reisverslag wordt gepubliceerd in Sint Franciscus, het Nederlandse maandschrift van zijn orde.

Lees: Minderbroeders in Akka

Albert Hotz

1891

Tijdens een inspectie-reis langs de vestigingen van zijn Perzische Handelsvereniging maakt de Rotterdamse ondernemer Albert Hotz in Shiraz een foto van bahá’ís.

Lees: Een bijzondere foto

Cornelis Prins

1891

De Schiedammer Cornelis Prins is er in Yazd getuige van hoe in mei zeven bahá’ís op last van de geestelijkheid worden geëxecuteerd. Hij informeert consul Knobel en voorziet de weduwen en wezen van geld en levensmiddelen. Zijn naastenliefde wordt genoemd door Bahá’u’lláh.

Lees: Cornelis Prins verleent hulp

Jan de Goeje

1893

Jan de Goeje, hoogleraar Arabisch en Oosterse talen aan de Leidse universiteit, publiceert een uitvoerig wetenschappelijk artikel over de ‘De Bâbîs’ in De Gids. Daarbij baseert hij zich grotendeels op het werk van zijn Britse collega Browne. De Goeje noemt ‘Behâo’llâh’ en maakt als eerste een onderscheid tussen ‘bâbî’s’ en ‘behâ’îs’.

Lees: De Gids van oktober 1893

Bahai Geschiedenis Nederland

1894

‘De hoop is niet ongegrond dat het Babisme, trots al zijn dwalingen, een deur wordt, waardoor het Evangelie ingang zal vinden in de Mohammedaanse wereld.’ Aldus Lieuwe Tiemersma, zendeling-leraar in Nederlands-Indië, in zijn boek De Geschiedenis der Zending.

Bahai Geschiedenis Nederland

1895

De weekbladen De Heraut en De Gereformeerde Kerk wijden een artikel aan ‘Het Babisme’ gebaseerd op informatie van de Amerikaanse zendeling John Shedd in Urúmíyyih (West Perzië). ‘Sedert 1850 pogen Christelijke zendelingen van de Babistische beweging gebruik te maken om ingang te vinden bij het volk, doch tot hiertoe zonder enig gevolg.’

Bahai Geschiedenis Nederland

1895

Het christelijke weekblad Pniël publiceert een artikel waarin de Duitse zendeling Wilhelm Faber vertelt over zijn positieve ervaringen met bahá’ís in Kurdistan in 1892. ‘De invloed der Babi, die zich al verder en verder uitbreidt, vestigt onze aandacht op een veld, dat wit is om te oogsten.’

Lees: Faber en Közle

Baha'i Geschiedenis Nederland

1896

Als op 1 mei Násiri’d-Dín Sháh wordt vermoord door een pan-islamist, krijgt het Babisme opnieuw veel aandacht in de dagbladen. Via ingezonden brieven weerspreekt de Britse oriëntalist prof. Edward Browne (foto 1919) dat bábí’s achter de moord zouden zitten.

Lees: Edward Browne komt op voor bábí’s

1896

In de periode mei-september krijgt de moord op Násiri’d-Dín Sháh ook in de dagbladen van Nederlands-Indië relatief veel aandacht. De ‘sekte der Babis’ komt daarbij voor het eerst ter sprake, maar de geboden informatie is veelal summier en weinig nauwkeurig. (foto: zetterij Bataviaasch Nieuwsblad 1895)

Henri Dunlop

1897

De Rotterdammer Henri Dunlop doneert zijn verzameling Bahá’í heilige teksten aan de Leidse Universiteits Bibliotheek. Hij was een paar jaar handelsagent van de firma Hotz in Shiraz en kende enkele familieleden van de Báb persoonlijk.

Bahai Geschiedenis Nederland

1898

Op grond van Britse berichten melden meerdere Nederlandse kranten hoe opgehitste theologie studenten in Mashhad (in Noordoost-Perzië) om godsdienstige redenen een ‘babist’ (Hájí Muhammad-i-Turk) in het openbaar hebben vermoord en daarna zijn lichaam hebben verbrand.

Bahai Geschiedenis Nederland

1899

In een uitvoerig artikel over ‘Het Evangelie in Perzië’ in het weekblad Het Oosten wordt gesproken over ‘de steeds toenemende en reeds honderdduizenden tellende secte der Babi-Bahai’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1900

In 1863 had de Leidse arabist professor Reinhart Dozy zijn ‘populair bedoelde’ handboek over de Islam gepubliceerd. In de derde en herziene uitgave van Het Islamisme, worden nu ook enkele alinea’s aan het ‘Babisme’ gewijd. Gobineau, Browne en De Goeje dienden daarbij als bron.

Lees: Dozy's derde druk

Bahai Geschiedenis Nederland

1903

Doopsgezind predikant Dr. Jan Gerrit Boekenoogen vertaalt en bewerkt George Thomas Bettany’s beschrijvende overzicht The World’s Religions uit 1890. Het hoofdstuk ‘Babisme’ wordt uitgebreid tot enkele pagina’s. De twee delen van dit handboek zijn een mijlpaal in de vroege Nederlandse godsdienst-wetenschap.

Bahai Geschiedenis Nederland

1903

Op basis van berichten in The Times melden dagbladen dat er in juni in Yazd een ‘oproer moet zijn uitgebroken tegen de sekte der Babi. Het volk plunderde de huizen en vermoordde vele sekte-leden.’ Regeringstroepen grepen niet in. De benaming ‘baha’i’ en ‘bahaisme’ worden dan nog niet gebruikt. (Algemeen Handelsblad 31 juli 1903)

Maurits Wagenvoort

1905 

De Amsterdamse journalist en schrijver Maurits Wagenvoort is in het voorjaar meerdere malen te gast bij bahá’ís in Teheran, Káshán en Abádih. Hij schrijft daarover in zijn journaal, kranten-feuilleton en boek Van Madrid naar Teheran (1907). Wagenvoort spreekt van ‘Behaïsme’ en ‘Behaï-godsdienst’.

Bekijk: Wagenvoort in kleur

Bahai Geschiedenis Nederland

1906

In het tijdschrift Nederland - Verzameling van oorspronkelijke bijdragen door Nederlandsche Letterkundigen, publiceert Maurits Wagenvoort een lang artikel over het Bahá’í-geloof getiteld: ‘De geboorte van een godsdienst’. Dit artikel zal een jaar later als hoofdstuk verschijnen in zijn reisverslag Van Madrid naar Teheran.

Lees: De geboorte van een godsdienst

Bahai Geschiedenis Nederland

1906

‘De sekte der Babisten of Bahaïsten heeft in de Verenigde Staten naar schatting 10.000 aanhangers, meest uit de hogere kringen. Zij dulden geen priesters en eerbiedigen de wetten van het land. Wetenschappen dienen door mannen en vrouwen beoefend te worden’, aldus het gereformeerde weekblad De Bazuin.

Bahai Geschiedenis Nederland

1907

Theoloog en oud-premier Abraham Kuyper publiceert Om de Oude Wereldzee, een tweedelig verslag van zijn reis rond de Middellandse Zee (1905-1906). Hij had Haifa bezocht en wijdt enkele pagina’s aan het ‘Babisme’. Zijn beschrijving berust echter niet op eigen onderzoek.

Lees: Abraham Kuyper in Haifa

Henri van Ginkel

1907

Henri van Ginkel, oprichter van de Theosofische Uitgeversmaatschappij te Amsterdam (1904), en mede-grondlegger van de Algemene Gemeen-schappelijke Vrijmetselarij (mannen en vrouwen) in Nederland (1904), zal tussen 1907 en 1920 meerdere artikelen en brochures over het ‘Bahaïsme’ uitgeven.

Lees: Theosofie

Bahai Geschiedenis Nederland

1909

In Theosophia, het maandblad van de Theosofische Vereniging (1892), attendeert Maria (Marie) Cornelia Denier van der Gon haar circa 1.200 mede-theosofen voor het eerst op het ‘Bâbisme en Behaïsme’. De auteur baseert zich op het werk van Prof. Browne.

Bahai Geschiedenis Nederland

1909

‘Wat men in Holland zeker nog niet kent, dat is het Béhaïsme, een nieuw mode-godsdienstje van Perzische oorsprong hetwelk zijn aanhangers vindt onder tal van mannelijke en vrouwelijke leden, behorende tot de elegante, intellectuele en vooral uitgaande Parijse kringen.’ Aldus de correspondent van het katholieke dagblad De Tijd. (foto: bahá’ís in Parijs c.1902)

Bahai Geschiedenis Nederland

1909

De marxist Johan Visscher publiceert in De Nieuwe Tijd, het maandblad van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij, zijn uitvoerige artikel ‘Een Nieuwe Wereldgodsdienst - Babisme en Bahaisme’. De auteur baseert zich op boeken van Dreyfus en Browne, en citeert veel uit de bahá’í heilige tekst.

Lees: Eerste vertaling door Johan Visscher

Bahai Geschiedenis Nederland

1910

Voor de Royal Society of Arts in Londen houdt Bernard Temple, een journalist die in Brits-Indië en Perzië bahá’ís had ontmoet, een rede over de opkomst van het Bahaïsme. Het verslag in The Times wordt door kranten in Nederland en Nederlands-Indië opgepikt.

Lees: Het ontwaken van Azië

Bahai geschiedenis

1910

Gertrude Buikema, de in Chicago geboren dochter van Groningse immigranten, was in 1899 in haar geboorteplaats bahá’í geworden. Na terugkeer van een pelgrimsreis, richt zij samen met Albert Windust het eerste (maandelijkse) Bahá’í-tijdschrift op: Star of the West.

Bahai Geschiedenis

1910

Al in een van haar eerste nummers publiceert Eenheid, een nieuw ‘weekblad voor maatschappelijke en geestelijke stromingen’, een artikel over de ‘Bâbisten en Behaïsten’. Er zullen er in de komende tien jaar meerdere volgen.

Bahai Geschiedenis Nederland

1911

De dagbladen berichten in juli uitvoerig over het Wereld-Rassen-Congres dat in Londen plaatsvindt. Het tijdschrift Wetenschappelijke Bladen citeert uit ‘Abdu’l-Bahá’s bijdrage aan het congresboek.

Lees: Eerste wereld rassencongres

Bahai Geschiedenis Nederland

1911

Het Maçonniek Weekblad wijdt in oktober onder de titel ‘Eén kudde één herder’ een twee-delig artikel aan de geschiedenis, de wetten, en het streven der ‘bahaïsten’ naar eenheid op godsdienstig vlak. — ‘Het is de openbaring van reinste menselijkheid, de uiting van groot geloof.’

1911

De bekende arts en feminist Aletta Jacobs maakt een wereldreis om vrouwenrechten te promoten. In Caïro ontmoet zij bahá’ís. Zij doet daarvan verslag in De Telegraaf en in haar boek Reisbrieven uit Afrika en Azië.

Lees: Aletta Jacobs bij bahá’ís in Caïro

Bahai Geschiedenis Nederland

1912

J.H. Abendanon, oud-directeur van het Departement van Onderwijs, Eredienst en Nijverheid in Nederlands-Indië, houdt voor de Indische Vereniging te Den Haag een rede over het Rassencongres in Londen. Hij citeert Bahá’u’lláh en bespreekt 'Abdu’l-Bahá’s congres-bijdrage.

Lees: Een godsdienst die verenigt

Bahai Geschiedenis

1912

In 1910 had de Zendings-Studieraad het boek Islam en Christendom uitgeven. In de tweede ‘geheel omgewerkte en veel vermeerderde druk’ beschrijft auteur Jacqueline C. Rutgers, verpleegkundige en zendeling op Java, summier het ‘Babisme’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1912

Het Vaderland meldt dat voor het Tweede Internationaal Congres voor Zedelijke Opvoeding te Den Haag, verscheidene ‘inleidingen’ zijn binnengekomen en zullen worden besproken, waaronder één getiteld ‘Universal Education’ door ‘Abdu’l-Bahá Abbas uit Alexandrië, in Egypte.

Lees: Universeel Onderwijs

Bahai Geschiedenis Nederland

1912

In de late middag van donderdag 7 november heeft Jonkheer Mr. John Loudon, Nederlands ‘buiten-gewoon gezant en gevolmachtigd minister’ te Washington D.C., een onderhoud met ‘Abdu’l-Bahá tijdens een kleine bijeenkomst in de bibliotheek ten huize van de Amerikaanse bahá’í Agnes Parsons.

Bahai Geschiedenis Nederland

1912

Voormalig handelsagent te Shiraz, Henri Dunlop, publiceert in november zijn Perzië voorheen en thans, een eerste Nederlands naslagwerk over dat land. Hij wijdt daarin ook een hoofdstuk aan het ‘moderne Babisme van Bahá, een van de belangrijkste verschijnselen van modern Perzië, in feite van het gehele Oosten’.

Lees: Perzië voorheen en thans

Baha'i Geschiedenis Nederland

1913

Met hulp van de bibliothecaris van de Theosofische Vereniging doet de Utrechtse apotheker Anna C. Alblas-Sorber een literatuuronderzoek naar het ‘Bahaïsme, de Bab en de Bayan.’ Zij raadpleegt o.a. toespraken van ‘Abdu’l-Bahá in Londen en Parijs en de boeken van professor Browne. Het resultaat wordt in april gepubliceerd in Theosophia.

Bahai Geschiedenis

1913

Ruim 300.000 mensen, waaronder Koningin Wilhelmina, bezoeken tussen 2 mei en 30 september te Amsterdam de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913. De inzending van Zuid-Afrika in de internationale ‘Kiesrechtzaal’ bestaat mede uit 19 boekjes van de ‘Bahá’í Movement’.

Bahai Nederland

1913

Onder de kop ‘Universele Vrede’ publiceert het weekblad Eenheid, de Nederlandse tegenhanger van The Christian Commonwealth, in september een brief van ‘Abdu’l-Bahá aan de uitgever. De vertaling werd verzorgd door de Rotterdamse theosoof H. Willemina Schalkwijk.

Lees: Een ingezonden brief van ‘Abdu’l-Bahá

Bahai Geschiedenis

1913

De Blaricumse theosoof Anna Kerdijk vertaalt een ‘te Parijs gehouden gesprek’ van ‘Abdu’l-Bahá en publiceert dat in De Ster in het Oosten, een drie-maandelijks tijdschrift om de komst van de ‘Wereld-Leraar’ voor te bereiden.

Lees: De Ster in het Oosten

George en Anna Enzlin

1913

George en Anna Enzlin, eigenaars van een sportbeschuit-fabriek annex lunchroom in Blaricum, laten op hun identiteitskaart in het bevolkingsregister de aanduiding ‘Theosofische Vereniging’ vervangen door ‘Baha’i Beweging’. Zij zijn de eerste Nederlanders die zich bahá’í noemen. Samen met mede-theosoof Henri van Ginkel, geven zij de eerste Nederlandse bahá’í-brochure uit.

Daniel Jenkyn

1913

De Britse bahá’í Daniël Jenkyn bezoekt in een weekend in oktober zijn correspondentie-vrienden in Nederland, waaronder het echtpaar Enzlin in Blaricum, om met hen over het Bahá’í-geloof te spreken. Hij is de eerste bahá’í die naar Nederland komt.

Lees: Daniël Jenkyn bezoekt Nederland

Bahai Geschiedenis Nederland

1914

De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, met Dr. Aletta Jacobs als voorzitter, voert in de zaterdag-editie van het Amersfoortsch Dagblad ‘De Eemlander’ campagne met een citaat van ‘Abdu’l-Bahá. Vanaf 1919 zal er  in Nederland algemeen kiesrecht gelden.

1914

In reactie op het uitbreken van de oorlog neemt Tweede Kamerlid en oud-consul-generaal te Teheran Frits Knobel het initiatief tot oprichting van de Nederlandsche Anti-Oorlog Raad; een koepel-organisatie voor diverse vredesactivisten. Henri van Ginkel wordt lid als ‘vertegenwoordiger in Nederland van de Bahaï-beweging’.

Lees: Vredesactivisten

Bahai Geschiedenis Nederland

1915

De Nederlandsche Anti-Oorlog Raad organiseert in Hotel Wittebrug te Den Haag een internationale conferentie van vredesactivisten. Men richt daarbij de Centrale Organisatie voor een Duurzame Vrede op, en gaat op zoek naar medestanders over de hele wereld. Bahá’ís in Teheran vestigen de aandacht op ‘Abdu’l-Bahá.

Bahai Geschiedenis Nederland

1915

Onder hoofdredactie van de aardrijkskundeleraar Henri Zondervan verwijst de inmiddels bekende Winkler Prins’ Geïllustreerde Encyclopedie in haar 4e druk bij de trefwoorden ‘Babi’ en ‘Babisme’ naar een pagina-lange beschrijving van het ‘Bahaïsme’. Opvallend is de relatief uitvoerige bron- en literatuurvermelding.

Lees: Winkler Prins

Bahai Geschiedenis Nederland

1916

De Deli Courant, een dagblad dat in Medan op Sumatra in Nederlands-Indië wordt uitgegeven, publiceert in de rubriek ‘Grapjes en Snapjes’ meerdere keren levenslessen van ‘Abdu’l-Bahá, zoals: ’Beter geen godsdienst dan die, welke ons haat en vijandschap leert.’

Anna Kerdijk

1917

Anna Kerdijk, een theosoof uit Amsterdam, vertaalt voor Van Ginkel het Amerikaanse boekje The Bahai Movement naar het Nederlands en geeft in december in de Haarlemse Vrijmetselaarsloge Vicit Vim Virtus (Moed heeft geweld overwonnen) een lezing ‘met belangstellende dames’ getiteld: ‘Bahaïsme, een universele godsdienst’.

Bahai Geschiedenis

1918

Op 21 maart belegt de Loge van de Neutrale Onafhankelijke Orde van Goede Tempelieren te Winschoten een openbare vergadering waarin Ir. Frik Kerdijk een lezing geeft over ‘BEHA-OELLAH, een Perzische wereldleraar.’ De Winschoter Courant doet verslag.

Lees: De Wereldleraar

Bahai Geschiedenis Nederland

1918

De ‘bahaist’ George Enzlin biedt zich in het theosofische maandblad De Ster aan als spreker over de ‘bahaibeweging’. — Bij het einde van de Grote Oorlog zijn er drie bahá’í-brochures beschikbaar, alle drie uit het Engels vertaald en uitgegeven door de N.V. Theosofische Uitgevers Maatschappij te Amsterdam.

Bahai Geschiedenis Nederland

1919

George Enzlin ontvangt in augustus als eerste Nederlander een brief van ‘Abdu’l-Bahá. Twaalf van de ‘vele beginselen van Bahá’u’lláh’ worden daarin genoemd, zoals ‘godsdienst moet overeenstemmen met de rede’. (foto: Enzlin’s bedrijf en woonhuis te Blaricum)

Lees: Brief aan George Enzlin

Ahmad Yazdání en Ibn-i-Asdaq

1920

Ahmad Yazdání (links) en ‘Alí-Muhammad Ibn-i-Asdaq (rechts) overhandigen in mei in Den Haag ‘Abdu’l-Bahá’s Tafel van de Vrede aan het Uitvoerend Comité van de Centrale Organisatie voor een Duurzame Vrede. Aansluitend geeft Yazdání op verschillende plaatsen in het Esperanto lezingen over het geloof. De dagbladen spreken van ‘Bahaïsme’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1920

De prominente Haagse esperantisten Jan en Julia Isbrücker zijn ruim twee maanden lang de belangrijkste gidsen en tolken voor de twee gedelegeerden die ‘Abdu’l-Bahá’s Tafel van de Vrede in Den Haag bezorgen.

Jacob Bruijn

1920

Jacob Bruijn oprichter van de Algemene Haagse Arbeiders-Esperantisten Club (man met baard voor de vrouw in de witte jurk) nodigt Ahmad Yazdání uit voor een spreekbeurt en spoort zijn mede-esperantisten elders in het land aan om deze samideano ook in hun midden te ontvangen.

Lees: Spreekbeurt van Yazdání in Zaandam

Truus en Lodewijk van Mierop

1920

Op het terrein van de Haarlemse Watertoren spreekt Ahmad Yazdání voor zo’n honderd leden van de Rein Leven-Beweging. De oprichters daarvan, Truus en Lodewijk van Mierop, zijn daarbij ook aanwezig en doen verslag in hun blad Levenskracht.

Bahai geschiedenis

1921

Na aanleiding van het bezoek van Ahmad Yazdání gaf hervormd predikant Jo Severijn, op verzoek van geloofsgenoten te Gouda, een lezing over Bahaïsme en Christendom. Die lezing wordt in januari als een brochure gepubliceerd. - ‘Het Oosten roept: Er is licht. Het zendt zijn zonen uit met een nieuw evangelie.’

Jo Goudsmit

1921

De Rotterdammer Jo Goudsmit was als een der eerste Nederlandse zionisten naar Palestina geëmigreerd. Zij werkt als correspondent voor de Nieuwe Rotterdamse Courant en interviewt ‘Abdu’l-Bahá in Haifa en Tiberias. ‘Abdu’l-Bahá: ‘Wees ervan overtuigd dat in de toekomst dit artikel van groot belang zal zijn.’ (foto 1911)

Lees: Jo Goudsmit ontmoet ‘Abdu’l-Bahá 

Bahai Geschiedenis Nederland

1921

Aan de Britse krant The Times wordt uit Haifa gemeld dat Sir ‘Abdu’l-Bahá ‘Abbás aldaar op 28 november is overleden. Het nationale dagblad De Telegraaf neemt het bericht over op de voorpagina van haar avond-editie van maandag 5 december.

Lees: Heengaan van ‘Abdu’l-Bahá

Bahai Geschiedenis Nederland

1922

Theosophia, het maandblad van de Theosofische Vereniging, meldt in februari het overlijden van ‘Abdu’l-Bahá, ‘de leider van de Bahá’í-beweging’ op 28 november 1921 te Haifa. - ‘hoewel zulke mensen overgaan naar de andere zijde, gaat hun invloed niet verloren’.

Lees: Theosophia

Bahai Geschiedenis Nederland

1922

De vermogende katholieke Amsterdammer Frank Scholten verblijft in de periode 1921-1923 in Palestina. Hij wil de Bijbelse geschiedenis fotografisch visualiseren en maakt daartoe duizenden foto’s; waaronder enkele van het landhuis Bahjí ten noorden van Akka.

Lees: Frank Scholten

Bahai Geschiedenis Nederland

1924

Prominent vegetariër Felix Ortt publiceert in Levenskracht, het blad van de Rein Leven Beweging, een artikel waarin hij over Ahmad Yazdani spreekt als ‘onze sympathieke Perzische broeder die in 1920 te Haarlem allerlei verhaalde omtrent het tegenwoordige Bahaïsme.’

1925

Esperantist Julia Isbrücker, voormalig tolk en gids van Ahmad Yazdání, plaatst een bericht over Shoghi Effendi en de positie van bahá’í vrouwen in Perzië in het Maandblad van de Nederlandsche Vereniging van Staatsburgeressen, en geeft in het Zuid-Hollandsch Koffiehuis in Den Haag een lezing over het ‘Bahaïsme’.

Lees: Nieuw Licht in het Oosten

Bahai Geschiedenis Nederland

1925

De Nieuwe Rotterdamsche Courant meldt dat er in Duitsland een ‘Bahaï-bond bestaat met een eigen orgaan, die congressen houdt, boeken en vlugschriften verspreidt en allerlei instellingen in het leven heeft geroepen.’ - ‘Elke Bahaï-gemeente heeft een soort kerkenraad, genaamd “Huis ter Gerechtigheid”.’

Lees: Sonne der Wahrheit

Käthe Braun (rechts) en Mimi Renwanz (links)

1926

Vanuit Baden-Württemberg komen er enkele bahá’ís naar Nederland. Instrumentmaker Eugen Epple en zijn vrouw Frida vestigen zich in Brummen (bij Arnhem). Käthe Braun (foto links) en Mimi Renwanz (rechts) zullen in 1930 als dienstbode gaan werken in Haarlem.

Bahai Geschiedenis Nederland

1926

De Amerikaanse journalist Martha Root logeert in het voorjaar in Vegetarisch Hotel-Restaurant ‘Pomona’ te Den Haag en bezorgt ‘Abdu’l-Bahá’s Tafel van de Vrede en Esslemont’s Bahá’u’lláh and the New Era bij Paleis Noordeinde, de residentie van koningin Wilhelmina.

1926

George Nypels, reiscorrespondent van het Algemeen Handelsblad bezoekt Akka en Haifa en publiceert uitvoerig ‘Abdu’l-Bahá’s voorspelling over de ontwikkeling van het gebied. ‘De berg Karmel zelf zal van den top tot den voet gedompeld worden in een zee van licht.’

Lees: George Nypels tussen Akka en Haifa

Bahai Geschiedenis Nederland

1926

Twintig jaar na dato verschijnt Maurits Wagenvoort’s Karavaanreis door Zuid-Perzië. Hij bespreekt daarin ook zijn twee bahá’í reisgenoten. - ‘Door een volkomen overwinning der Bábí-gemeente kan het Perzische volk nog uit eigen kracht gered worden.’ - De recensies zijn positief.

Lees: Karavaanreis door Zuid-Perzië

Bahai Geschiedenis Suriname

1927

De New Yorker Leonora Holsapple, de eerste bahá’í die zich in Brazilië had gevestigd, maakt een lezingen-tour langs de oostkust van Zuid-Amerika. In de Loge Concordia in Paramaribo spreekt zij in oktober over de bahá’í-idealen. De kranten doen verslag.

Lees: Leonora Holsapple in Paramaribo

Bahai Geschiedenis Nederland

1927

Samen met zijn gezin werkt Pieter Bijl als zendeling in Qalyub nabij Cairo, Egypte. De stationschef daar ‘behoort bij de Bahá’í’ en is een ‘goede bekende’. - ‘Het is werkelijk aangenaam om met deze mohammedaan over de Vreze Gods te spreken.’

Lees: Pieter Bijl

Bahai Geschiedenis Nederland

1927

De corrector-journalist G. Jan Bertelink, een bahá’í in Enschede, ontvangt van vrienden in Hamburg een boekje getiteld Wat is de Bahá’í beweging. Hij vertaalt daaruit passages en plaatst die in de rubriek boekrecensies van zijn Twentsch Dagblad Tubantia. De krant heeft dan c. 10.000 abonnees.

1928

Ten behoeve van het ‘aanschouwend’ godsdienst-onderwijs verschijnt de 12-delige schoolplaten-serie Palestina in Woord en Beeld van de aardrijkskunde-leraar Dr. Arie van Deursen. De plaat over De Karmel bij Haifa toont ‘de vergaderplaats der secte der bahaisten’; het door ‘Abdu’l-Bahá gebouwde Mausoleum van de Báb.

Bahai Geschiedenis Nederland

1928

Op 1 augustus is er voor het eerst een bahá’í te beluisteren op de Nederlandse radio: Muhammad Rawhání uit Rasht (Perzië). Hij is een van de sprekers op de door Julia Isbrücker georganiseerde internationale conferentie ‘Vrede door Religie’ te Den Haag. (foto: Lidia Zamenhof, Muhammad Rawhání, en Martha Root, Antwerpen 1928)

Lees: Muhammad Rawhání op de radio

Bahai Geschiedenis Nederland

1929

Aan de vooravond van een Haagse conferentie om de herstelbetalingen, die bij de Vrede van Versailles aan Duitsland waren opgelegd, te verlagen, herinnert het dagblad De Tijd aan woorden van ‘Abdu’l-Bahá bij de tweede vredes-conferentie (1907): ‘winstzieke wijnkopers, bijeengekomen om het gebruik van wijn te bestrijden.’

Bahai Geschiedenis Nederland

1930

In ‘Voor Hoofd en Hart’, een vaste rubriek met dagelijkse raadgevingen van de Texelsche Courant, verschijnt een citaat van ‘Abdu’l-Bahá: ‘Liefde verwarmt met haar stralen de gehele mensheid, twist leidt tot de ondergang van het menselijk geslacht.’

Bahai Geschiedenis

1931

De Nieuwe Apeldoornsche Courant brengt een artikel over de ‘Tempel des Lichts’, het in aanbouw zijnde Bahá’í gebedshuis bij Chicago. ‘Het Bahaïsme is een Perzische religieuze filosofie, die alle godsdiensten omvat en thans in het gastvrije Amerika ten tonele is verschenen.’

1931

Het Indisch Maçonniek Tijdschrift publiceert in oktober een uitvoerige, accurate en neutrale beschrijving van de geschiedenis en visie van ‘De Baha’i-Beweging’ geschreven door de in Batavia (Jakarta) wonende Rotterdamse onderwijzer Jacob N. de Jel (staand 2de van links). Er zijn in Nederlands-Indië dan ruim 1.300 vrijmetselaars, georganiseerd in 21 loges.

Lees: Indisch Maçonniek Tijdschrift

Louise Drake Wright

1932

Op direct verzoek van de Behoeder komt de Amerikaan Louise Drake Wright naar Amsterdam om er de Bahá’í zaak te propageren. In 1933 en 1934 zal zij nogmaals enkele maanden in Den Haag verblijven. Zij bezorgt bahá’í boeken bij diverse bibliotheken en spreekt met meer dan 100 mensen over het geloof; maar de taal is een grote barrière.

Max en Inez Greeven

1933

Het in Bremen (Duitsland) wonende Duits-Amerikaanse echtpaar Max en Inez Greeven publiceert bij Nijgh & Van Ditmar te Rotterdam de Nederlandse vertaling van Dr. J.E. Esslemont’s Bahá’u’lláh and the New Era, het eerste ‘handboek van het Geloof’ (Shoghi Effendi).

Lees: Eerste Nederlandse Bahá’í boek

Jaap Liebau

1933

De Rotterdammer Jaap Liebau, kapitein bij de Holland-Amerika Lijn, had in 1919 in New York bahá’ís leren kennen. Op hun verzoek laat hij het boek Bahá’u’lláh and the New Era in het Nederlands vertalen en vertaalt hij zelf het pamflet What is the Bahá’í Movement?

Lees: De Bahá’í Beweging

Bahai Geschiedenis Nederland

1933

De Poolse bahá’í Lidia Zamenhof onthult op zaterdagavond 29 juli in Bergen-op-Zoom het eerste monument in Nederland ter ere van haar vader, de ontwerper van de wereld-hulptaal Esperanto: een zuil met daarop een wereldbol van glasmozaïek.

Lees: Dr. Zamenhof-monument

Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck

1934

De feminist Welmoet Wijnaendts Francken - Dyserinck is een grote steun voor Louise Drake Wright. Naar aanleiding van een bezoek aan Chicago publiceert zij een artikel over ‘Wat is Baha’i?’ met een afbeelding van ‘de Bahá'í-tempel te Wilmette’ in het tijdschrift Wereldkroniek.

Lees: Wereldkroniek

1935

Tijdens zijn reizen tussen Rotterdam en Noord-Amerika (Halifax, Boston, New York, Galveston, Tampico) vertaalt kapitein Jaap Liebau Bahá’u’lláh’s De Verborgen Woorden. Het boekje wordt bij Nijgh & Van Ditmar uitgegeven in een oplage van 1.000 stuks.

1937

Arnold van Ogtrop, student aan de Jooss-Leeder School of Dance in Dartington Hall in Engeland, wordt (via Mark Tobey) bahá’í. Na een tournee met het balletgezelschap door de VS keert hij terug naar Nederland en zal er een belangrijke rol spelen in de opbouw van de na-oorlogse Bahá’í-gemeenschap.

Lees: Arnold van Ogtrop

Bahai Geschiedenis

1937

Om de ‘Baha’i-beweging’ bekendheid te geven maakt het Amerikaanse echtpaar Loulie en Matt Mathews met de Franconia een reis rond de wereld. In Nederlands-Indië plaatsen zij Bahá’í-literatuur bij de Koninklijke Boekhandel G. Kolff & Co te Batavia.

Lees: Mathews op wereldreis

Jos en Magreet Tijssen

1937

Muziekleraar Jos Tijssen en zijn Duitse echtgenote Margreet Hartmann waren in 1921 tijdens een Bahá’í Zomerschool te Esslingen bahá’í geworden. Als hun oudste zoon zich bij de Hitlerjugend moet aansluiten verhuizen zij van Birkach (bij Stuttgart) naar Soest.

Bahai Geschiedenis Nederland

1937

Inez en Max Greeven verhuizen van Bremen naar Den Haag op het moment dat bij Nijgh & Van Ditmar in Rotterdam Jaap Liebau’s vertaling van de Kitáb-i-Iqán, Het Boek van Zekerheid, wordt uitgeven. Zij schenken exemplaren aan de Koninklijke Bibliotheek en aan de bibliotheek van het Vredespaleis.

Lees: Het Boek van Zekerheid

1938

De Amerikaans-Franse bahá’í Laura Dreyfus-Barney leidt in maart, in hotel De Twee Steden aan het Buitenhof te Den Haag, een openbare studie-conferentie van het Internationale Comité voor Vrede en Ontwapening der Internationale Vrouwen-verenigingen. Dreyfus-Barney is de samensteller van het boek Some Answered Questions.

Lees: Laura Barney in Akka

Bahai Geschiedenis Nederland

1938

In Mens en Kosmos, maandblad voor geestelijke stromingen, geeft de Haagse dermatoloog, cosmetica-fabrikant en wereldreiziger Dr. P. H. van der Hoog een boekbespreking van de Kitáb-i-Iqán. ‘Men moet dergelijke boeken zelf lezen en herlezen, iedere dag weer opnieuw.’

Bahai Geschiedenis Nederland

1939

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog publiceert de arts Hans Keilson, die in 1936 uit Duitsland naar Nederland was gevlucht, onder het pseudoniem ‘Benjamin Cooper’ de bundel Zeven maal zeven vredesstemmen aller tijden en volken; daarin ook een tekst van Bahá’u’lláh.

Bahai Geschiedenis Nederland

1940

De Greevens keren in april terug naar de VS. Op 14 mei gaat bij het bombardement op Rotterdam het pand van Nijgh & Van Ditmar, met daarin een voorraad bahá’í-boeken, in vlammen op. Liebau ontsnapt met zijn schip naar Engeland. De Duitse bahá’í-pioniers in Haarlem en Brummen kunnen niet langer in Nederland blijven. (foto vanaf het Noordereiland)

Bleyswijk Sombeek (links), Edna True (midden) en Jetty Straub (rechts)

1946

De zussen Rita van Bleyswijk Sombeek (links) en Jetty Straub (rechts) zijn in de Verenigde Staten bahá’í geworden. Met steun van het (Amerikaanse) European Teaching Committee komen zij op 4 oktober als eerste ‘pioniers’ aan in Nederland. In het midden van de foto staat Edna True, voorzitter van het ETC.

Lees: Van Sombeek & Straub

Bahai Geschiedenis Nederland

1947

Ondanks een tekort aan alles publiceren Rita Van Bleyswijk Sombeek en Jetty Straub in juni te Rotterdam een eigen nieuwe vertaling van het handboek Bahá’u’lláh en het Nieuwe Tijdperk en een eerste na-oorlogse Bahá’í brochure De weg naar een menswaardige wereld.

Charlotte Stirrat

1947

Charlotte Stirrat uit Texas komt in maart als bahá’í-pionier naar Amsterdam. Zij zal een grote rol spelen in de vorming van de eerste plaatselijke geestelijke raad, en in november 1948 naar Portugal verhuizen. In brieven aan haar zus doet zij uitvoerig verslag.

Bahai Geschiedenis

1948

In Amsterdam kan de eerste plaatselijke geestelijke raad worden geformeerd. Drie van haar leden hebben de Amerikaanse nationaliteit.

Baha'i Geschiedenis Nederland

1949

Vanaf februari vinden er wekelijks in het Bahá’í Centrum aan het Leidseplein te Amsterdam ’s-avonds ‘openbare voordrachten’ plaats die worden aangekondigd in Het Parool. De Bahá’í-gemeenschap groeit naar 19 personen. De avonden zullen ook in 1950 doorgaan.

Indonesië

1950

Nederlands-Indië is eind vorig jaar de ‘Republiek Indonesië’ geworden. In antwoord op een oproep van de Behoeder vestigen enkele bahá’í-pioniers uit India en Pakistan zich op de uitgestrekte archipel om er de Bahá’í-idealen te verwezenlijken.

Lees: Pioniers voor Indonesië

Bahai geschiedenis Nederland

1950

Jeanne Kranen had bahá’ís leren kennen in Teheran waar zij werkzaam was als gouvernante in het gezin van de Nederlandse ambassadeur. Terug in Den Haag verklaart zij zich bahá’í. In 1954 zal Kranen naar Cyprus verhuizen en daar een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de lokale Bahá’í-gemeenschap.

Bahai Geschiedenis Nederland

1951

Op verzoek van de Behoeder organiseert het (Amerikaanse) European Teaching Committee voor de vierde keer een Bahá’í European Teaching Conference. In september komen in Scheveningen 140 vertegenwoordigers uit 22 landen bijeen. Naast openbare bijeenkomsten in Den Haag en Amsterdam is er een uitstapje naar het Vredespaleis en een rondvaart door de grachten.

Bahai geschiedenis Nederland

1951

Nadat Hans Slim in augustus bahá’í-boeken had bezorgd bij Paleis Soestdijk, wordt de Amerikaanse bahá’í-pionier Eleanor Hollibaugh uitgenodigd voor een door koningin Juliana georganiseerde Oude Loo-conferentie over wereldvrede. Daar spreekt zij o.a. de vroegere First Lady Eleanor Roosevelt over het Geloof.

Lees: Hollibaugh bezoekt Het Oude Loo

1952

In Amsterdam gaat het Vertaal en Publiciteitscomité (1948) over in de Stichting Bahá’í Literatuur, de eerste wettelijk erkende Bahá’í instelling in Nederland. Datzelfde jaar verschijnt Bahá’í Gebeden, een keuze uit gebeden geopenbaard door de Báb, Bahá’u’lláh en ‘Abdu’l-Bahá.

Bahai Geschiedenis

1952

In Den Haag wordt de tweede plaatselijke geestelijke raad gekozen. Twee van haar leden komen uit voormalig Nederlands-Indië.

Bahai Geschiedenis Nederland

1952

Het European Teaching Committee organiseert, via een nieuw regionaal comité, in Brussel de eerste (jaarlijkse) Benelux Conferentie. De driedaagse conferentie is tweetalig. Hand-van-de-Zaak Zikrullah Khadem brengt een boodschap van de Behoeder en nieuws over Haifa en Perzië.

Bahai Geschiedenis Nederland

1952

In een streven om zijn bedrijf na de oorlog weer rendabel te maken durft Jonkheer Robert de Brauw, directeur van de N.V. Faïence- en Tegelfabriek Westraven te Utrecht, het aan om 12.000 daktegels met goudglazuur voor het Mausoleum van de Báb te ontwikkelen en te produceren. Ook de olijfgroene daktegels van het archiefgebouw (1956) zullen onder zijn leiding worden gemaakt.

Karel Bazuine

1952

Karel Bazuine jr., werkzaam bij de Faïence- en Tegelfabriek Westraven te Utrecht, ontwikkelt het procédé om de keramische daktegels voor het Mausoleum van de Báb in Haifa van een laag goudglazuur te voorzien.

Lees: Gouden daktegels uit Nederland

Bahai Geschiedenis

1953

In september melden regionale kranten dat de ‘Bahá’í tempel’ op de berg Karmel in Israël is voltooid. De gouden tegels van de tegelfabriek Westraven uit Utrecht ‘glinsteren met een glans van het zuiverste karaat boven het fraaie bouwwerk’.

Bahai geschiedenis Nederland

1953

Elly en Lex Meerburg vestigen zich als eerste bahá’ís in Nederlands Nieuw-Guinea (nu Irian Jaya). Hun namen staan vermeld op de ‘Erelijst van Ridders van Bahá’u’lláh’ die in 1992 bij de toegangsdeur tot het graf van Bahá’u’lláh zal worden geplaatst.

Bahai geschiedenis Nederland

1953

Geertrui Ankersmit uit Nijmegen werd in 1951 in Brighton bahá’í. Zij gaat als eerste (thuisfront-pionier) naar Texel en opent daarmee het ‘maagdelijke territorium’ van de Waddeneilanden. Hiervoor wordt zij later tot ‘Ridder van Bahá’u’lláh’ benoemd. Ankersmit kan niet op haar post blijven. In 1955 verruilt zij Texel voor Luxemburg.

Bahai Geschiedenis Suriname

1953

De in Nederlands-Indië geboren psycholoog Robert Wolff (hij had het geloof leren kennen via Jetty Straub) vestigt zich, samen met zijn Amerikaanse echtgenoot Elinor Gregory, als eerste bahá’ís in Suriname. Beiden worden hiervoor benoemd tot ‘Ridder van Bahá’u’lláh’.

Bezoek: bahai.sr

Bahai Geschiedenis Nederland

1953

Het voormalige lid van de Nationale Geestelijke Raad van de Verenigde Staten, de jurist Matthew W. Bullock, vestigt zich op Curaçao en wordt daarmee ‘Knight of Bahá’u’lláh’ voor de Nederlandse Antillen. In 1960 verhuist hij naar Jamaica.

Bahai Geschiedenis Nederland

1954

In Jakarta (voormalig Batavia) kan in april de eerste plaatselijke geestelijke raad worden gekozen. De raad van negen leden bestaat, met uitzondering van de Nederlander Wim Grosfeld, geheel uit Perzen. In oktober 1955 zal het Bahá’í Centrum worden geopend.

Lees: Pioniers voor Indonesië

Baha'i Geschiedenis Nederland

1954

De Behoeder roept voor elk der vijf continenten een ‘Hulpraad’ (Auxiliary Board) in het leven. Zij worden benoemd door de Handen-van-de-Zaak en fungeren als hun assistenten en afgevaardigden (foto: drie Handen-van-de-Zaak en een deel van de Europese Hulpraad okt. 1954).

Bahai Geschiedenis Nederland

1955

Via persbureau Reuters melden zowel nationale als regionale dagbladen dat begin mei in Iran ‘fanatieke Perzische mohammedanen de huizen en tempels van leden van de Bahá’í-gemeenschap hebben geplunderd.’ Sommige kranten geven achtergrond-informatie over het geloof.

Lees: Bahá’í vervolgingen 1955

Baha'i Geschiedenis Nederland

1955

De landelijke krant Algemeen Handelsblad publiceert vanaf maart een reeks wekelijkse artikelen over ‘geestelijke stromingen in Nederland’. In de editie van zaterdag 30 april komt ook het Bahá’í-geloof aan bod. De serie slaat aan en wordt in november in boekvorm uitgeven onder de titel: Vijftien Ontmoetingen.

Lees: Vijftien Ontmoetingen

Amelia Collins

1955

Met financiële hulp van de Amerikaanse Hand-van-de-Zaak Amelia Collins wordt in augustus in Den Haag het pand voor het toekomstige Nationaal Bahá’í Centrum verkregen.

Bahai Geschiedenis

1956

De Argentijns-Duitse ‘Hand-van-de-Zaak’ Dr. Herman Grossmann bezoekt in maart Nederland om er ‘aanhangers van het Bahá’í Wereldgeloof’ te ontmoeten. Naar aanleiding daarvan verschijnt in Het Vaderland een artikel over ‘de Bahá’í leer’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1956

Tijdens de vijfde Bahá’í Benelux Conferentie, die dat jaar in Den Haag plaatsvindt, wordt op zondag 20 mei het Nationaal Bahá’í Centrum officieel geopend.

Bahai Geschiedenis

1956

Na de vergulde daktegels voor het Mausoleum van de Báb te hebben geproduceerd, maakt Westraven nu ook de groen geglazuurde klassiek Romeinse dakpannen voor de zetel van het Internationale Bahá’í Archief. De eerste zending vertrekt in december naar Haifa.

Lees: Romeinse dakpannen

Bahai Geschiedenis

1957

In het Bahá’í Centrum te Brussel kiezen 19 gedelegeerden uit België, Nederland en Luxemburg uit alle volwassen gelovigen de eerste ‘Regionale Raad van de Bahá’ís van de Benelux’. Deze raad zal in 1962 opgaan in drie nationale raden.

1957

Het Algemeen Handelsblad wijdt een in memoriam aan ‘Shoghi Effendi Rabbani de geestelijke en administratieve leider van de Bahai Wereld Beweging’ die op 4 november bij een bezoek aan Londen overleed.

Bahai Geschiedenis Nederland

1958

In de Leeuwarder Courant verschijnt een uitvoerig artikel over het ‘Baha’isme’. ‘In de buurt van Frankfort aan de Main zal binnenkort de “moedertempel” voor Europa verrijzen. Het interieur van de tempel zal vrij blijven van iedere religieuze symboliek en zal ook geen altaar, orgel of kansel bevatten.’

1959

Op 24 juli wordt in het Bahá’í Centrum te Den Haag voor het eerst een bahá’í-huwelijk voltrokken. Het Amerikaanse bruidspaar — Theo Ruys en Olga Michalchik — zal zowel deel uit maken van de eerste plaatselijke Bahá’í Raad van Delft (1961), als van de eerste nationale Bahá’í Raad van Belarus (1995).

Bahai Geschiedenis Nederland

1960

Meherangiz Munsiff, een bahá’í uit Londen met een Zardusti (Zoroastrische) achtergrond, houdt in april in Leiden, Haarlem, en Arnhem ‘spreekbeurten’ over het ‘Bahá’í Wereldgeloof’. In Den Haag bezoekt deze ‘ambassadrice van de goede verstandhouding’ de Bahá’í Conventie van de Benelux. In 1964, 1971 en 1977 zal zij opnieuw naar Nederland komen. (foto: Haarlem’s Dagblad 21 april 1960)

Baha'i Geschiedenis Nederland

1960

Nadat de Behoeder in 1953 de omgeving van Frankfurt-am-Main had aangewezen als locatie voor de ‘Moedertempel van Europa’, kan Hand-van-de-Zaak Amelia Collins op 20 november in Hofheim-Langenhain in de Taunus daarvoor de eerste steen leggen. Onder de circa 500 aanwezigen zijn ook enkele Nederlandse bahá’ís (foto uitnodiging).

1961

Mede met hulp van een dertigtal Iraanse pioniers is het mogelijk om negen plaatselijke geestelijke raden te kiezen, waaronder zeven nieuwe: Arnhem, Delft, Haarlem, Heemstede, Rotterdam, Utrecht en Leiden. Die laatste bestaat geheel uit Perzen (foto).

Bekijk: De eerste plaatselijke raden

Bahai Geschiedenis Nederland

1961

Meerdere Handen-van-de-Zaak, waaronder Balyuzi, Faizí, en Giachery bezoeken in de loop der jaren Nederland. Zo spreekt Hand-van-de-Zaak ‘Alá’í in Leiden en Heemstede over de noodzaak van ‘Bahá’í gedrag’. (dia Torenflat Leiden)

Bahai Geschiedenis Nederland

1961

De voorzitter van de Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Duitsland bezoekt in Kampen de firma N.V. Schokbeton, producent van de 640 prefab schokbetonnen elementen voor het eerste Europese ‘Huis van Aanbidding’. Het contract voor fabricage, transport en montage was een jaar eerder getekend.

Bahai Geschiedenis

1962

In het Nationaal Bahá’í-centrum te Den Haag kiezen negen gedelegeerden, één van iedere plaatselijke raad, tijdens de eerste Nationale Conventie de negen leden voor de eerste Nationale Geestelijke Raad.

Nederland

1962

De eerste Nationale Geestelijke Raad van de Bahá’ís van Nederland.

Lees: Organisatie

Bahai Geschiedenis Nederland

1963

De Nationale Geestelijke Raad reist in april naar Haifa voor de eerste Internationale Conventie ter verkiezing van het eerste Universele Huis van Gerechtigheid (foto: Bahjí).

Bahai Geschiedenis Nederland

1963

Veel deelnemers aan de eerste Internationale Conventie reizen vanuit Haifa naar Londen (foto) om daar, 100 jaar na de verkondiging van Bahá’u’lláh, het eerste Bahá’í Wereldcongres bij te wonen (28 april-2 mei). Een pas gekozen lid van het eerste Universele Huis van Gerechtigheid wordt bij een tussenlanding op Schiphol geïnterviewd door De Telegraaf.

Lees: Interview met filmbaas

Bahai Geschiedenis Nederland

1964

De internationaal werkzame Amsterdamse foto-journalist en hof-fotograaf Willem van de Poll is gefascineerd door de jonge staat Israël en maakt er zo’n 6.000 foto’s, daaronder ook een foto-reportage van de ‘Perzische tuin op het Karmelgebergte’. Zijn volledige werk zal worden ondergebracht bij het Nationaal Archief.

Bekijk: De Perzische tuin

1964

Begin juli gaan zo'n dertig Nederlanders in een karavaan van privé auto's naar het dorp Langenhain nabij Frankfurt voor de opening van de ‘Moeder Tempel van Europa’.

Bezoek: bahai.de

1965

De hoogbejaarde Iraanse Hand-van-de-Zaak Tarázu’lláh Samandarí bezoekt in juni bahá’í pioniers. Omdat hij behoort tot de laatsten die zich ontmoetingen (in 1891-2) met Bahá’u’lláh kunnen herinneren, geeft hij hen een gevoel van ‘levende geschiedenis’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1965

Ook na de vorming van drie afzonderlijke nationale raden blijft men samenwerken. Zo is er in augustus een Benelux Zomer School in vakantieoord De Vechtstroom te Dalfsen (Overijssel). Er zijn 150 deelnemers uit 15 landen, waaronder Marokko, Tunesië en Japan. Naast lezingen, workshops en een openbare avond, zijn er uitstapjes, zoals naar Giethoorn het ‘Venetië van het Noorden’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1966

In navolging van de Behoeder (1944) introduceert het Universele Huis van Gerechtigheid wereldwijd het begrip ‘fireside’: regelmatige informele bijeenkomsten bij een bahá’í thuis met het doel om belangstellenden te informeren over het Geloof (foto Rotterdam 1969).

1967

Een groep bahá’í-jongeren, pioniers uit Perzië, renoveert de vergaderzaal van het Nationale Bahá’í Centrum. Een jaar later verhuist het nationale secretariaat van een privé-adres naar het Centrum. Daar komt ook een aparte ruimte voor de nationale Bahá’í-bibliotheek.

1967

Ter gelegenheid van het feit dat een eeuw eerder Bahá’u’lláh Zijn Brief aan de Koningen van Zijn tijd zond, is in de hal van het Museum Prinsenhof Delft, een museum over Willem van Oranje, gedurende een jaar een vitrine-tentoonstelling over het Bahá’í-geloof te zien.

Lees: Eeuwfeest van de Proclamatie

1967

100 jaar geleden schreef Bahá’u’lláh Zijn Brief aan de Koningen. Ter gelegenheid daarvan maken Belgische bahá’ís een reizende tentoonstelling in combinatie met een filmpresentatie en lezingen. Alleen al in Brussel trekt deze 2.500 bezoekers. Daarna gaat de tentoonstelling via Gent, Antwerpen en Charleroi naar Den Haag (Amicitia).

1968

De Nederlandse Televisie Stichting start met ‘Zienswijze’, een serie uitzendingen over geestelijke en maatschappelijke stromingen in Nederland. In de eerste uitzending (van een half uur) op donderdag 18 januari wordt o.a. het Bahá’í-geloof (voor het eerst op de Nederlandse televisie) behandeld.

Bahai Geschiedenis Nederland

1969

Op 24 december 1968 fotografeert de bemanning van de Apollo 8 de aardbol. Een van die foto’s wordt vanaf 1969 gebruikt in bahá’í pamfletten ter illustratie van Bahá’u’lláh’s woorden: ‘De aarde is slechts één land en de mensheid diens burgers.’

1969

In augustus komen circa 300 jongeren  uit 18 landen in Ellecom op de Veluwe bijeen voor de International Bahá’í Youth Summer School. De uit 29 leden bestaande muziekgroep The European Dawn-Breakers geeft haar eerste openbare optreden met een musical over het Geloof, getiteld: A Plea for One World. Het geheel krijgt veel media aandacht.

1969

Te beginnen in augustus met de jaarbeurs in de nieuwe ‘Martinihal’ te Groningen worden er in een periode van twee jaar, met twee mobiele ‘Bahá’í stands’, diverse andere beurzen bezocht, zoals de ‘Tiener- en twen-beurs’ in Haarlem (foto 1971), de ‘Leidato’ in Leiden, en de ‘Zuidnederlandse beurs’ in Eindhoven.

Bahai Geschiedenis Nederland

1970

Een Amerikaanse actrice gebruikt als eerste haar sterrenstatus om, in ‘deze tijd van straalvliegtuigen en elektrische tandenborstels’, met een tournee door Europa aandacht te vragen voor het Bahá’í-geloof. Haar verblijf in Nederland krijgt ruim aandacht van de pers.

Lees: Van filmster tot ambassadrice

Bahai Geschiedenis Nederland

1970

In de periode 1968 tot 1974 kan men, door het hele land, op perrons van de Nederlandse Spoorwegen bahá’í-posters zien. In die zelfde periode is er in de voetgangerstunnel van het Centraal Station te Rotterdam een verlichte vitrinekast waarbij geïnteresseerden via een postbusnummer kunnen reageren.

1971

Geïnspireerd door de woorden van Bahá’u’lláh, ‘De wereld is maar één land en alle mensen zijn elkaars landgenoten,’ geeft de Bahá’í zanggroep The Dawnbreakers voorstellingen van haar ‘Denkshow 71’ Destination Unity in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam.

1971

In november wordt met hulp van de Amerikaanse Bahá’í-gemeenschap in het polderland rond Zoetermeer (nabij Den Haag) een stuk grond aangekocht, om daar in de toekomst een Huis van Aanbidding te bouwen.

Lees: Bahá’í Gebeden

1972

Nadat een Haagse bahá’i er maanden aan had gewerkt, komt de Nederlandse vertaling van Shoghi Effendi’s monumentale geschiedenis God Schrijdt Voorbij (God Passes By) als losbladig feuilleton beschikbaar. In 1983 zal het werk in boekvorm verschijnen.

1972

In augustus sluiten de European Bahá’í Youth Conferences in Padova, Italië en Plön, Duitsland, een tweejarige campagne af die in januari 1971 in Namen, België, op initiatief van het Huis van Gerechtigheid van start was gegaan. Er zijn in Padova c. 1.500 deelnemers uit 40 verschillende landen, waaronder Nederland.

Bahai Geschiedenis Nederland

1972

De Nederlandse leden van de European Dawn-Breakers gaan in november verder als de zanggroep Great Day. Dit keer geen musical, maar een flexibel liedjesprogramma ter ondersteuning van openbare lezingen. De groep zal tot 1975 optreden.

Lees: Muziek

1973

Afstudeerproject voor de afdeling Bouwkunde van TU Delft: Ontmoetingscentrum aan de Prinsessegracht te Den Haag, dat voldoet aan de eisen van een ‘Bahá’í Huis-van-Aanbidding’. Het complex bestaat uit een bol met, ter hoogte van de equator, negen ingangen en is omringd door transparante kubusvormige eenheden voor sociaal-maatschappelijke doeleinden.

Lees: Meditatie

1973

Tijdens een vier weken durende ‘Bahá’í Zomercampagne’ (juli en augustus) spreken twee groepen van 15 bahá'ís in Vaals en Dokkum, de twee ‘uitersten’ van Nederland, met publiek op straat over het Bahá’í-geloof. Men logeert op een nabijgelegen camping en rouleert per week (foto: Vaals).

Bahai Geschiedenis Nederland

1974

‘Streven naar eenheid onder de mensen’ - Een bouwkundig ingenieur geeft een uitgebreid interview aan de Delftsche Courant. Hij kondigt tevens een reeks avond-colleges over het Bahá’í-geloof aan die zullen worden gegeven in de aula van de Technische Universiteit.

Baha'i Geschiedenis Nederland

1974

Via flyers en posters worden studenten uitgenodigd voor een serie gratis bahá’í-colleges in de aula van de Technische Universiteit te Delft. Elke lezing duurt circa een half-uur met daarna ruimte voor vragen en de mogelijkheid om in huiselijke kring (fireside) het onderwerp uit te diepen. De colleges zullen ruim 5 jaar lang worden gegeven.

Lees: Wetenschap

Baha'i Geschiedenis Suriname

1975

In het jaar dat Suriname onafhankelijk wordt, bezoekt Rúhíyyih Khánum samen met een filmploeg de binnenlanden. De reis is onderdeel van de zogenoemde Green Light Expedition. Een paar maanden later wordt het nationaal Bahá’í-centrum in Paramaribo aangeschaft voor de toekomstige Nationale Geestelijke Raad. De drie Guyana's hebben nu nog een regionale Bahá’í-raad met een zetel in Georgetown.

1978

In 1975 was het maandblad Bahá’í Nieuws gesplitst in Baha’i Berichten (nieuws en mededelingen) en het tweemaandelijkse Bahá’í Nieuws Nederland (‘beschouwelijke artikelen en achtergrond informatie’). Voor dit laatste blad wordt nu, gezien de opzet, de nieuwe naam Bahá’í Vizier passender geacht (omslag 1994).

Bahai Geschiedenis Nederland

1978

Vanaf januari komen er uit Iran berichten over gewelddadige demonstraties tegen het bewind van de shah. De bahá’ís worden slachtoffer van wat de correspondent van De Volkskrant noemt een ‘komplot-theorie’ over hun rol in het politieke en maatschappelijke leven. (foto: De Telegraaf bij de shah)

Bahai Geschiedenis Nederland

1979

In februari verandert Iran van een absolute monarchie in een ‘islamitische republiek’. Daarin is geen plaats voor bahá’ís. In september vraagt de Nationale Raad de Regering om op te komen voor de bahá’ís in Iran. In het najaar komt de eerste bahá’í vluchteling naar Nederland. Hij vindt werk als violist bij het Frysk Orkest.

1979

Ter gelegenheid van het International Year of the Child wordt in september in Lelystad de eerste Nationale Bahá’í Kinderconferentie gehouden. Meer dan 100 kinderen zingen gebeden, maken muziek, schrijven een eigen krant, zijn creatief met klei, en laten na het eten van pannenkoeken helium-ballonnen los met de tekst: Love that Child!

Speel: Deugden-spel

1979

De redactie van AO, een reeks van wekelijkse miniboekjes over uiteenlopende Actuele Onderwerpen geschreven door experts, gericht op scholieren en met 80.000 abonnees, vraagt een Duits-Nederlandse bahá’í journalist om een bijdrage over het Bahá’í-geloof.

Bahai Geschiedenis Nederland

1980

Alle fracties in de Tweede Kamer (op twee na) spreken in juli in een brief aan de Iraanse ambassadeur in Nederland hun bezorgdheid uit over het groeiend aantal doodvonnissen tegen leden van verschillende minderheden in Iran, zoals ‘aanhangers van de Bahá’í-religie’.

Bahai Geschiedenis Nederland

1980

Het Europese Parlement neemt in september unaniem een resolutie aan waarin de vervolging van bahá’ís in Iran wordt veroordeeld. Hierdoor mede geïnspireerd formeert de Nationale Raad een werkgroep die in vier weken tijd 42 journalisten en redacteuren persoonlijk benadert.

Bahai Geschiedenis Nederland

1981

De Ministerraad van de EU meent in oktober dat een initiatief om de vervolging van bahá’ís aan te kaarten bij de Iraanse autoriteiten averechts zal werken; beter via de VN. - Het Parool schenkt ruim aandacht aan de Bahá’í-religie, o.a. door een interview met de secretaris van de NGR van Nederland - ‘Het probleem moet zichtbaar blijven.’

Bahai Geschiedenis Nederland

1981

Naar aanleiding van de ‘huiveringwekkende geloofsvervolging’ van bahá’ís in Iran plaatst het bewaar-tijdschrift Bres (1965), dat zichzelf ziet als de ‘tweemaandelijkse kroniek van de nieuwe tijd’, in november een artikel van een Franse wereldreiziger, schrijver en bahá’í.

Baha'i Geschiedenis Nederland

1982

Het Universele Huis van Gerechtigheid typeert de situatie in Iran als ‘een heerschappij van aanhoudende terreur’. Na een stille tocht door Den Haag overhandigt een groep van 150 bahá’ís in augustus op Het Binnenhof een petitie aan de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken. Zij vragen om binnen de VN actie te ondernemen ten gunste van de Iraanse bahá’ís.

Lees: Politiek

Bahai Geschiedenis Nederland

1982

Laura Barney’s compilatie van ‘Abdu’l-Bahá’s tafelgesprekken in Akka Some Answered Questions (1908) verschijnt in Nederlandse vertaling als Beantwoorde Vragen. Twee jaar later volgt De Toespraken van ‘Abdu’l-Bahá in Parijs. Beide werken waren in 1964 en 1968 in voorlopige stencilvorm verschenen.

Bahai Geschiedenis Nederland

1983

Met een ‘ongewone interventie’ vraagt Nederland, bij monde van de jurist Prof. Peter Kooijmans, in de Commissie Mensenrechten van de Verenigde Naties in Genève aan Iran om 22 ter dood veroordeelde bahá’ís niet terecht te stellen. 

Bahai Geschiedenis Nederland

1983

Bij de opening van de 38ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de hoogste intergouvernementele bijeenkomst ter wereld, verwijst de vertegenwoordiger van Nederland in zijn verklaring naar de ‘mishandeling en executie van leden van het Bahá’í-geloof’ in Iran. Het is de eerste keer dat een lidstaat van de VN in een plenaire vergadering van de Algemene Vergadering de naam van het geloof noemt.

Bahai Geschiedenis Nederland

1985

Vanaf 1979 demonstreren alleen al in Nederland honderdduizenden tegen de nucleaire bewapenings-wedloop in West-Europa. De Belofte van Wereldvrede, een brief van het Universele Huis van Gerechtigheid ‘aan de volkeren der wereld’, komt ook in het Nederlands beschikbaar. (foto Amsterdam 1983)

Bahai Geschiedenis Nederland

1985

De Nederlandse Bahá’í-gemeenschap verwerft De Campagne, het voormalige ‘vakantiehuis’ in Groesbeek van de paters jezuïeten uit Nijmegen. Kort na aanschaf gaat het gebouw (1929) door brand-stichting gedeeltelijk verloren.

Bahai Geschiedens Nederland

1986

Slopen, opruimen, schoonmaken, schilderen, … ondersteund door vakkrachten werken tientallen vrijwilligers twee jaar lang aan de renovatie en gedeeltelijke herbouw van het conferentie-oord dat inmiddels de naam De Poort heeft gekregen.

1987

Hand-van-de-Zaak Rúhíyyih Khánum logeert in hotel Krasnapolsky te Amsterdam, dineert daar met de Nationale Raad en ontmoet op zondagmiddag 1 februari in theater Gooiland te Hilversum enkele honderden bahá’ís uit binnen- en buitenland. Zij wordt geïntroduceerd als ‘de Koningin van de Wereld’.

Bahai Geschiedenis Nederland De Poort

1987

Op 26 juni opent de burgemeester van Groesbeek, in aanwezigheid van 200 genodigden, officieel conferentie-oord De Poort. Het gebouw zal onderdak gaan bieden aan de jaarlijkse nationale conventie, de winter-en zomerscholen en diverse conferenties.

1987

Aangemoedigd door het Universele Huis van Gerechtigheid nemen Europese bahá’ís, waaronder ook enkelen uit Nederland, actief deel aan het 100-jarig jubileum van het Esperanto tijdens het wereldcongres te Warschau in Polen - het geboorteland van Ludwig Zamenhof en diens bahá’í dochter Lidia.

Bahai Geschiedenis Nederland

1989

Met conferentieoord De Poort als thuisbasis wordt in januari de stichting Tahirih Instituut opgericht, een educatieve instelling die de bahá’í waarden en kwaliteiten wil bevorderen in cursussen, lezingen en congressen, zoals de Zomerschool, de Kunstweek, en de Tahirih Lezing.

Lees: Táhirih

1989

In 1986 was er op het Bahá’í Centrum een ‘personal computer annex tekstverwerker’ geïnstalleerd. Nu zorgt de komst van een ‘klein elektronisch apparaatje’ ervoor dat op maandagavond 24 april om 20.15 uur het eerste ‘electronic mail’ bericht wordt ontvangen, handelend over het herstel van de Raad van Asjchabad. Zes jaar later zal de domeinnaam ‘bahai.nl’ worden geregistreerd.

Bezoek: bahai.nl

1992

Op doorreis van Canada naar Israël brengt Hand-van-de-Zaak Rúhíyyíh Khánum, vergezelt door Violette Nakhjavání, een kort bezoek aan Amsterdam. Op zondagmiddag 19 januari spreekt zij in het Okura Hotel ruim 600 bahá’ís toe over het onderwerp ‘persoonlijk onderricht’.

Bahai Geschiedenis

1992

Leeuwarder Courant: Twee Friese bahá’ís vertalen gebeden van de drie ‘hoofdfiguren van het geloof’ in hun beider memmetaal. Onder de titel Baha’i gebedens prijkt op de kaft het Friese symbool bij uitstek: het pompeblêd. Het Fries is de 803-de taal waarin Bahá’í-gebeden nu zijn vertaald.

1993

Een Rotterdams echtpaar maakt 62 tekeningen met onderschriften van hoogtepunten uit de inter-nationale Bahá’í-geschiedenis, speciaal voor een poster die zowel in het Nederlands als in het Engels wereldwijd wordt verspreid. 25 jaar later zal die poster als bouwtekening dienen voor deze website. (afbeelding: Tuin van Ridván 1863)

Lees: Ridván - De Openbaring van Bahá’u’lláh

Bahai Geschiedenis Nederland

1995

Op 30 januari moeten bijna een kwart miljoen inwoners uit het land van Maas en Waal hun huis verlaten door hoge waterstanden en zwakke dijken. Een aantal van deze evacués wordt opgevangen in De Poort, waar zij op 1 februari bezoek krijgen van de Koningin.

Bahai Geschiedenis Nederland

1996

Een Nederlandse immigrant, hoogleraar Sociologie aan de Universiteit van New Brunswick en voormalig Bahá’í-vertegenwoordiger bij de VN brengt de vroege geschiedenis van de Canadese Bahá’í-gemeenschap in kaart.

Bezoek: bahai.ca

1997

Circa 700 Vlaamse en Nederlandse bahá’ís krijgen in Arnhem tijdens de officiële presentatie van de Nederlandse vertaling van het Heiligste Boek (Kitáb-i-Aqdas) een exemplaar daarvan in handen. Een team van zes vertalers heeft er vijf jaar aan gewerkt.

1998

Ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de Nationale Vrouwen Raad wordt in november in de RAI te Amsterdam de Manifestatie Vrouw en Arbeid georganiseerd. Die omvat een congres met workshops, een symposium en een tentoonstelling. Ook de koningin brengt een bezoek aan de Bahá’í-stand. In 2002 zal het Bahá’í Vrouwenforum worden opgericht.

Lees: Emancipatie

Bahai Geschiedenis Nederland

1999

Op advies van het Internationaal Onderricht-Centrum en op initiatief van de Nationale Raad, starten onder leiding van het Nationaal Trainingsinstituut (1997) in het najaar de eerste ‘leerkringen’ - groepen van tussen de 6 en 10 personen die regelmatig bij elkaar komen om samen een van de boeken van het Ruhi-instituut uit te werken.

Lees: Het Ruhi leerplan

Bahai Geschiedenis Nederland

2000

Bahá’ís nemen deel aan de eerste inter-levensbeschouwelijke Prinsjesdagviering in de Grote Kerk te Den Haag - een moment van bezinning met gebed, muziek en voordrachten bij de opening van het parlementaire jaar op de derde dinsdag in september. Het wordt een traditie die zij mede gaan organiseren en invullen.

Bahai Geschiedenis Nederland

2001

Op uitnodiging van het Universele Huis van Gerechtigheid is een ‘dwarsdoorsnede van de gehele mensheid’, waaronder 19 door de Nationale Raad aangewezen bahá’ís uit Nederland, in mei aanwezig bij de officiële opening van de tuinterrassen rond het Mausoleum van de Báb. In Nederland viert men de gebeurtenis tijdens een bijeenkomst in Ede.

2002

Aan de Theologische Faculteit van de Universiteit van Tilburg promoveert een Rotterdamse oogarts op een proefschrift over de geschiedenis van het Bahá’í-geloof: The Babi Question You Mentioned … The Origins of the Bahá’í Community of the Netherlands 1844 -1962.

Lees: Geloof & Rede

2004

Na een twee jaar durende grondige renovatie en verbouwing, door zowel professionals als vrijwilligers, wordt het Bahá’í Centrum (bouwjaar c. 1900) weer in gebruik genomen.

2005

Vanwege hun toestand, kwetsbaarheid en omvang start de bibliothecaris van de Nationale Bahá’í Blibliotheek met het scannen van alle Nederlandstalige bahá’í-tijdschriften. De boeken-catalogus wordt gedigitaliseerd d.m.v. een professioneel automatiseringssysteem. Het werk zal in 2015 worden voltooid.

Lees: Nationale Bahá’í Bibliotheek

Bahai Geschiedenis Nederland

2006

Na tientallen jaren maakt de redactie in december het laatste nummer van Bahá’í Vizier. Het is de bedoeling dat het tweemaandelijkse tijdschrift met uiteenlopende artikelen, vertalingen, boek-besprekingen, columns en gedichten opgaat in een verbeterde versie van Bahá’í Berichten (foto: omslag 2002).

2007

Een reserve exemplaar van de goud-geglazuurde daktegels van het Mausoleum van de Báb keert terug naar Nederland en wordt in een speciale vitrine tentoongesteld in het Dakpannen Museum te Alem (nabij Den Bosch). Een jaar later, op 7 februari 2008, schittert de daktegel in het veel bekeken tv-programma De Wereld Draait Door.

2007

Bij zijn vertrek uit Teheran in 1905 had de schrijver Maurits Wagenvoort van Hand-van-de-Zaak Ibn-i-Abhar een ‘afdruk van het zegel van Beha-Ullah’ gekregen. Het Nederlands Letterkundig Museum (nu Literatuur Museum) staat deze af aan de Nederlandse Bahá’í-gemeenschap.

Lees: Vriendelijkheid

Bahai Geschiedenis Nederland

2008

Bij 60 jaar Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekenen verschillende internationale religieuze groeperingen, in het Vredespaleis, de verklaring: Faith in Human Rights. ‘Hoewel wij verschillende geloofstradities vertegenwoordigen, komen wij samen om te benadrukken dat religie een primaire bron van inspiratie is geweest voor mensenrechten.’ (foto: de Bahá’í-vertegenwoordiger in het licht blauw).

Lees: Mensenrechten

2008

Achter de schermen van het Nationaal Bahá’í Centrum in Den Haag werken veel vrijwilligers. Een vertrouwde telefoonstem, beheerder en ‘laatste strohalm die een staalkabel bleek te zijn’ neemt in juli na 24 jaar afscheid.

Bahai Geschiedenis Nederland

2009

Met het doel om de prestaties in gemeenschaps-opbouw te vieren en om plannen te maken voor de toekomst organiseert het Universele Huis van Gerechtigheid 41 regionale conferenties, waaronder ook een in Frankfurt. Onder de 4.600 deelnemers (het dubbele van het verwachte aantal) bevinden zich ook 350 Nederlanders.

2009

Op een bijeenkomst in De Poort wordt de compilatie Dear Co-worker gepresenteerd. Een werkgroep uit België, Nederland en Luxemburg was twee jaar lang regelmatig in Brussel bijeengekomen om alle brieven van de Behoeder aan bahá’ís van de Benelux te verzamelen, te vertalen en te annoteren.

Lees: Consultatie

2011

Op vrijdag 29 april wordt in De Poort tijdens een feestelijke 50ste Nationale Conventie de 50ste Nationale Geestelijke Raad gekozen. Datzelfde gebeurt in België, Denemarken, Finland, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Portugal, Spanje, Zweden en Zwitserland. (Illustratie: Dale Robinson, The Trusted Ones of God - Wilmette 1972).

Lees: Rechtvaardigheid

Bahai Geschiedenis Nederland

2012

Arrestatie, oneerlijke procesgang, marteling, inbeslagname, discriminatie, uitsluiting van onderwijs, brandstichting, grafschennis … de mensenrechten van bahá’ís worden in Iran nog steeds op grove wijze geschonden. Via wereldwijde campagnes, zoals Closed Doors (2005); Education is Not a Crime (2015); en Enough! Release the Bahá’í Seven (2016), probeert men de situatie ten goede te keren (foto: United4Iran reist met een billboard langs wereldsteden).

Bahai Geschiedenis Nederland

2012

De Heraut en Zijn Helden, een geïllustreerde bundel verhalen over het leven van de Báb en Zijn eerste volgelingen wordt gepubliceerd. Het is het derde jeugdboek van een Drentse bahá’í over de geschiedenis van het Bahá'í-geloof. In 2019 zal er een vierde boek verschijnen, een bundel verhalen over de Behoeder.

Bahai Geschiedenis Nederland

2013

Op verzoek van het Universele Huis van Gerechtigheid worden er wereldwijd 114 jongerenconferenties georganiseerd. ‘Voor elke generatie jonge gelovigen komt er een kans om een ​​bijdrage te leveren aan het lot van de mensheid, uniek voor de tijd waarin zij leven.’ De Nederlandse jongeren worden uitgenodigd voor de conferentie in Frankfurt.

Bahai Geschiedenis Suriname

2013

Het Surinaamse Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling neemt in oktober het beheer op zich van een mede door Nederlandse bahá’ís opgericht schooltje dat eind jaren tachtig de kinderen van Bofokule (foto), in het binnenland, voor het eerst toegang tot onderwijs had gegeven.

Lees: Onderwijs

Bahai Geschiedenis

2014

Conferentie-oord De Poort wil haar CO2-voetafdruk verkleinen en installeert, bij grootonderhoud van het dak van het hoofdgebouw, 274 zonnepanelen. Twee jaar later zal zij met negen andere ondernemers het initiatief nemen tot het Energieconvenant Groesbeek.

Lees: Klimaatverandering

Bahai Geschiedenis Nederland

2015

Op 20 maart (Naw-Rúz) wordt wereldwijd de door de Báb ingestelde badí-kalender aangenomen. In Nederland gebeurt dat tijdens een feestelijke nationale bijeenkomst in Dronten. De badí-kalender is een zonnekalender met 19 maanden van 19 dagen (en een aantal schrikkeldagen) die begint in het jaar van de lente-equinox direct voorafgaande aan de Verkondiging van de Báb (1844).

Lees: Bahá’í Heilige Dagen

Bahai Geschiedenis Nederland

2015

Na digitalisering wordt het Nationaal Bahá’í Archief vanaf de zolder van het Bahá’í Centrum te Den Haag in ruim 400 archiefdozen getransporteerd naar de veilige en beschermde omgeving van een professionele opslag.

Bahai Geschiedenis Nederland

2017

In het 200-ste geboortejaar van Bahá'u'lláh kan men voor het eerst via social media, live-streams en een speciale website de wereldwijde vieringen, ook die in Nederland, direct volgen.

Bekijk film: Light to the World

Bezoek: bicentenary.bahai.org/bahaullah

bahaigeschiedenis.nl

2018

In Rotterdam wordt in maart een geschiedenis website gelanceerd. Voor het eerst heeft men altijd een Nederlandstalige geïllustreerde chronologie van de internationale en nationale Bahá’í-geschiedenis digitaal bij de hand (foto: Bahá’í-pioniers, met op de achtergrond de kade van de Holland Amerika Lijn waar zij in 1946 aankwamen).

2018

De Braziliaanse colorist van het boek The Colour of Time (2018), maakt in opdracht van de website bahaigeschiedenis.nl, een historisch verantwoorde digitale kleurenversie van de zwart-wit foto die in 1905 te Teheran werd genomen van de schrijver Maurits Wagenvoort en zijn bahá’í gastheren.

Bekijk: Wagenvoort in kleur

Bahai Geschiedenis Nederland

2019

Via een virtuele 360-graden tour kan men in oktober voor het eerst kennismaken met een nieuw onderkomen voor activiteiten van het Trainings-instituut. De  opening van het gebouw, in Groenekan nabij Utrecht, zal vier maanden later volgen. (foto: ‘Dollhouse view’)

Bahai Geschiedenis Nederland

2019

Bij de 200-ste geboortedag van de Báb kan men via sociale media de wereldwijde vieringen meebeleven. Vanaf zonsondergang 28 oktober in Kiribati tot zonsondergang 31 oktober in Hawaii schetsen berichten van feestelijke bijeenkomsten, artistieke expressie en sociale dienstbaarheid uit alle tijdzones een hoopvol beeld van de mensheid: eenheid in verscheidenheid.

Bekijk film: Dawn of the Light

Bahai Geschiedenis

2019

‘Abdu’l-Bahá’s brief aan de Centrale Organisatie voor een Duurzame Vrede bestaat in december 100 jaar. Vanwege haar actualiteit, internationale belang en verbondenheid met Nederland presenteert deze website een speciale foto-chronologie van de gebeurtenissen verbonden met de bezorging van deze ‘Tafel aan Den Haag’. (foto: zonsopkomst bij bolder 9 aan de Rotterdamse Lloydkade)

2019

Dankzij een samenwerking met Bahá’í World News Service, Bahá’í Blog en Bahá’í Chronicles krijgt de 100-ste verjaardag van ‘Abdu’l-Bahá’s Tafel van de Vrede (december 1919) en de bezorging daarvan door Ahmad Yazdání en ‘Alí-Muhammad Ibn-i-Asdaq in Den Haag (mei 1920), een wereldwijd publiek.

Bahai geschiedenis Nederland

2020

Om de geschiedenis tastbaar te maken begint bahaigeschiedenis.nl in januari met de aanleg van een collectie historische foto’s, boeken en objecten. Vanwege de corona-virus pandemie heeft de eerste tentoonstelling daarvan in mei de vorm van een online stay-at-home expo.

Bekijk: Stay-at-home Expo

Bahai Geschiedenis Nederland

2021

Via Zoom, WhatsApp en iMessenger wordt de YouTube video Exemplar (Voorbeeld) verspreid. Zo kan ook de meest geïsoleerde bahá’í deelnemen aan de 100-ste herdenking van het heengaan van ‘Abdu’l-Bahá — ‘Onthoud, of ik nu wel of niet op aarde ben, mijn aanwezigheid zal steeds met u zijn.’

Bekijk film: Exemplar

2021

Bahaigeschiedenis.nl ontwerpt een pop-up expositie. Tientallen unieke historische boeken en objecten uit de eigen collectie, in combinatie met bewegend beeld, bieden een nieuwe kans om de Bahá’í-gemeenschap via haar geschiedenis te leren kennen.

Bahai Nederland

2022

In januari komt er vanuit het Bahá’í Wereld Centrum een film beschikbaar over de ontwikkeling van de internationale Bahá’í-gemeenschap sinds het overlijden van ‘Abdu’l-Bahá in 1921. Ook in Nederland werden daarvoor enkele opnames gemaakt.

Bekijk film: Glimpses of a Hundred Years of Endeavour

Bahai Geschiedenis

2022

In het kader van het Unesco Handvest voor Behoud van Digitaal Erfgoed ziet de Koninklijke Bibliotheek het als haar taak om de website bahaigeschiedenis.nl duurzaam te bewaren en raadpleegbaar te houden voor toekomstige generaties.

Bahai Geschiedenis

2022

Als onderdeel van een wereldwijde golf van conferenties over gemeenschapsopbouw vinden er ook in Nederland het hele jaar door diverse bijeenkomsten plaats. Het accent ligt op de ontwikkeling van individuele capaciteiten. De sfeer is informeel en iedereen is welkom.

Bahai Nederland

2023

Ter ondersteuning van de internationale campagne #OurStoryIsOne organiseert het Bureau Public Affairs in het Babylon Hotel te Den Haag een panel-discussie met o.a. de Nederlandse speciaal gezant voor religie en levensovertuiging.

Bezoek: ourstoryisone.bic.org

Bahai geschiedenis

2023

Het Bahá’í Wereld Centrum had het in 2014 nuttig geacht om de tot dan toe ongewijzigde Engelse vertaling uit het Perzisch van ‘Abdu’l-Bahá’s boek Beantwoorde Vragen (1908) grondig te herzien. Bahá’í Uitgeverij Nederland brengt die versie nu ook in het Nederlands uit.