Muhammad Rawhani op de radio
Muhammad Rawhání
Terwijl in Amsterdam de Olympische Spelen aan de gang zijn, vindt er in de Haagse Dierentuin een internationale conferentie plaats met als thema ‘Vrede door Religie’. Het driedaagse congres - van 31 juli t/m 2 augustus - is een initiatief van de Haagse Esperantist Julia Isbrücker.
Afgelopen 8 maart had secretaris Isbrücker namens het comité van aanbeveling een circulaire in vijf talen, waaronder Esperanto, naar de internationale pers en belangstellenden gezonden. — ‘Zelfs na de gruwelijke wereldoorlog en de daarop gevolgde economische inzinking, ondanks de Volkenbond, neemt de Wedstrijd in bewapening voortdurend toe en wordt dus het gevaar voor een nieuwe oorlog steeds groter. Om zulk een ramp te voorkomen, moeten alle krachten worden ingespannen. […] Opdat nu ook de stem zal gehoord worden van de geestelijke leiders, heeft zich in Den Haag een comité gevormd met de bedoeling een nationale conferentie te beleggen, waar evenwel ook buitenlandse sprekers zullen worden uitgenodigd en buitenlandse bezoekers zeer welkom zullen zijn. Vertegenwoordigers van verschillende religies zullen getuigen van wat de Kerken en buiten-kerkelijke geestelijke stromingen op dit terrein verricht hebben en zullen verrichten. […]’ —
Nadat in april de eerste sprekers in de pers waren aangekondigd, bericht Isbrücker via de krant van 13 juli dat ‘de leider der Bahá’í-beweging, Shoghi Effendi, de heer Rawhání uit Rasht (Perzië) heeft afgevaardigd naar de conferentie’. En twee dagen voordat de conferentie van start gaat, wordt middels advertenties, aangekondigd dat Rawhání inderdaad een van de zeven sprekers zal zijn op de openbare bijeenkomst die voor woensdag 1 augustus op het programma staat.
Als op de bewuste avond de circa 450 congres-deelnemers en een onbekend aantal bezoekers hun plaatsen in de Grote Zaal van de Haagse Dierentuin hebben ingenomen en de voorzitter de bijeenkomst om 19.30 uur opent, doet de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep (V.P.R.O.) rechtstreeks verslag. En zo wordt Muhammad Rawhání - hij is de op één na laatste spreker die avond - de eerste bahá’í die te beluisteren valt op de Nederlandse radio.
Rawhání: — ‘Het is mij een eer en grote vreugde, dat ik op mijn eerste reis door Europa dit congres, dat een vredescongres is, kan bijwonen, omdat ik mijn gehele leven voor de vrede gewerkt heb. Ik groet u uit naam van de grote leider Shoghi Effendi en van alle Bahaisten uit Oost en West, die immer arbeiden voor vrede en broederschap op grondslagen door de Perzische profeet Bahá’u’lláh 70 jaren geleden gelegd. Bahá’u’lláh heeft in een van zijn 12 grondstellingen aanbevolen een internationaal gerechtshof te stichten, ten einde op vreedzame wijze conflicten op te lossen. Nu is zijn ideaal verwerkelijkt in deze mooie stad, Den Haag. Vrienden, om het ideaal van onze belangrijke bijeenkomsten te verwerkelijken, moeten wij ernstig arbeiden en het volgende nastreven:
Elk vooroordeel, van welke aard ook, hetzij nationaal, religieus of politiek te verwerpen, zij de eerste grondslag voor ons heilig doel. Wij moeten samenwerken zoals nu, zonder onderscheid, zonder voorkeur voor onze eigen ideeën, want alle Goddelijke Leiders en Profeten kwamen om de mensen te verenigen, niet om hen te scheiden. Het licht is goed, in welke lamp het ook schijnt, de roos is schoon, in welken tuin ze ook bloeit en de ster heeft dezelfde glans, of zij uit het Oosten of Westen schittert. Wij moeten ware vriendschap en eenheid onder de mensen brengen; allen zijn wij de bladeren van één boom, en de vruchten van één tak. De wereld van het bestaande is niets anders dan één boom en de naties en volkeren zijn de verschillende takken, terwijl de individuen zijn vruchten en bloemen zijn. Wij moeten zijn als vingers van één hand en ledematen van één lichaam en we moeten in ware gelijkheid tezamen arbeiden voor het ene doel; wereldvrede.’ —
In een nabeschouwing schrijft de voorzitter van die avond: — ‘Er zijn ter conferentie bezielde en bezielende woorden gesproken. De Oosterlingen, vooral de Perzen en Engelsch-Indiërs, zij gewaagden van het universele, van de grote verwantschap. De Westerlingen drukten bovenal hun afgrijzen uit voor een verleugende staatkunde en gewetenloze oorlogshitserij. Het Oosten spreidde zijn voornaamheid uit, het Westen erkende zijn schuld, behield zijn oppervlakkige cultuur, en wees af het heersersgebaar tegenover de gekleurde rassen. […] De toespraken getuigden van één geest, één gezindheid. Zelfs dat een Pers en een Japanner, zich hier verstaanbaar konden maken in de internationale taal van de Vredesapostel Zamenhof, dat was iets indrukwekkends.’ —
Na de conferentie reist Rawhání, samen met Martha Root, naar Antwerpen voor het bijwonen van het 20-ste Esperanto Wereld-congres (3-11 augustus). Ook daar valt hij op. Een deelnemer schrijft in een brief aan de Nieuwe Rotterdamsche Courant (editie 10 augustus): — ‘Tot in de uiterste hoeken van onze planeet is de roepstem doorgedrongen van het comité, dat de voorbereiding op zich had genomen van het twintigste congres der Esperantisten dat Zaterdagavond hier in Antwerpen is geopend. En in alle oorden der wereld hebben de dragers van de groene ster aan dien oproep gehoor gegeven: uit Argentinië, uit Perzië, uit China, uit Japan, uit Siam, uit Nieuw-Zeeland, uit Amerika, uit IJsland en uit bijna alle landen van Europa zijn zij bijeengekomen en in de grote openingszitting in de zaal van de Dierentuin hebben zij een groet uitgebracht namens onze verre vrienden, aan wie zij straks na de lange terugreis zullen vertellen hoe het er uitziet in Esperanto-land, dat nergens is en overal, maar welks leven zich ieder jaar in de congresstad concentreert. Wij ontmoeten een Bahaist uit Perzië, die voor het eerst in zijn leven naar Europa is gereisd, maar die het reeds als een doodgewone zaak beschouwt, dat hij met de adreslijst van de afgevaardigden van de Universala Esperanto Asocio in de hand feitelijk in iedere stad thuis is, want overal heeft hij vrienden gevonden en geen ogenblik heeft die voor hem toch zo vreemde omgeving zich als zodanig aan hem doen gevoelen.’ —
In 1930 begint Julia aan een nieuw project. Samen met de Roemeense priester Andreo Cseh, die dan bekend is om zijn originele en praktische Esperanto-cursussen, richt zij het Internacia Esperanto-Instituto (Internationaal Esperanto-Instituut) op met een eigen conferentieoord, het Esperanto Domo (Esperanto Huis) in Arnhem en vanaf 1933 ook een eigen kantoor in Den Haag. Als de Amerikaanse bahá’í Louise Drake Wright in dat jaar in Nederland verblijft om er het Bahá’í-geloof bekendheid te geven en daarbij ook een bezoek brengt aan de Isbrückers noteert zij in haar dagboek slechts: — ‘Zij hadden beide Martha Root ontmoet. Zij waren vriendelijk ten aanzien van de [Bahá’í] Zaak en wisten er veel van.’
Na de Tweede Wereldoorlog is Julia actief voor de door haar opgerichte Universala Ligo (Wereld Liga) die streeft naar een wereldfederatie van democratische staten met Esperanto als hulptaal. De organisatie ontleent haar motto aan de Bahá’í-geschriften: ‘De wereld is één land; de mensheid is één volk’.
Aangekondiging van de heer Rawhání in de Haagsche Courant
Grote zaal Haagsche Dierentuin
De vijf Nederlandse ‘omroepverenigingen’ hebben in 1928 samen zo’n 125.000 leden. Uitzendingen worden aangekondigd in de dagbladen; zoals de Leeuwarder Courant van dinsdag 31 juli 1928
De Philips “Standaard” combinatie bestaat in 1928 uit (v.l.n.r.) een ‘ontvangtoestel’, een ‘schaalluidspreker’ en een ‘plaatspanning-apparaat’ (transformator met gelijkrichtbuis). Het geheel kan direct worden aangesloten op het ‘stopcontact der wisselstroom lichtleiding’.
Toespraak Muhammad Rawhání
Vervolg toespraak
Bonvenon - Welkom op het station van Antwerpen
Bahá’í groep op het 20ste Universele Esperanto Congres, Antwerpen 1928. De foto van ‘Abdu’l-Bahá wordt vastgehouden door Muhammad Rawhání en Martha Root. Zittend in het midden Lidia Zamenhof
Bronnen — Peace Palace Library: Internationale Conferentie ‘Vrede door Religie’; Het Vaderland 8 maart, 2 en 5 augustus; Nieuwe Rotterdamsche Courant 10 augustus; Vrede door Religie; beknopt verslag der conferentie, gehouden te Den Haag van 31 juli - 2 augustus 1928 - Servire, Den Haag 1929; Leeuwarder Courant, dinsdag 31 juli 1928; Compendium Politiek; Julia Isbrücker: Het Esperantohuis te Arnhem. In: P.C. Heiser [red]: Gelderland, propaganda uitgave etc. - Lochem 1940.
Ga terug naar: Nederlandse geschiedenis