Het Babisme

Babisme

Joseph Arthur Graaf van Gobineau

Als in 1865 zijn boek Les Religions et les Philosophies dans l’Asie Centrale verschijnt is de Franse auteur, Arthur de Gobineau in Europa al bekend om zijn tweedelige boek Essai sur l’lnégalité des Races Humaines (Betoog over de Ongelijkheid der Mensenrassen). En zo kan het gebeuren dat de bedenker van een ‘theorie der bevoorrechte rassen’—volgens welke het blanke ras ‘de hoogste mate van verstandsontwikkeling’ heeft, zich niet met andere rassen moet mengen, en Frans-Duitse adel eigenlijk over de wereld zou moeten heersen—in Europa een godsdienst introduceert, waarbij juist het idee van de eenheid der mensheid centraal staat.

— ‘Weet gij niet waarom Wij u allen hebben geschapen uit hetzelfde stof? Opdat geen mens zich boven de ander zou verheffen.’ —

— Bahá’u’lláh

De nabij Parijs geboren Joseph Arthur Graaf van Gobineau (1816-1882) was na zijn studie in Zwitserland, werkzaam als schrijver en secretaris. Het was in die functie dat hij sinds 1849 deel uitmaakte van de Franse diplomatieke vertegenwoordigingen in achtereenvolgens Bern, Hanover en Frankfurt. In 1855 arriveerde hij als legatie-secretaris in Perzië. Met een onderbreking in 1858 voor een missie in Newfoundland, verbleef hij van maart 1862 tot september 1863 opnieuw in Teheran, dit maal als ambassadeur. In die functie was hij daarna ook werkzaam in Athene, Rio de Janeiro en Stockholm.

Voor Gobineau’s nieuwste boek—dat voor meer dan de helft is gewijd aan wat hij noemt het ‘Bâbisme’—bestaat grote belangstelling. Nog binnen het jaar is een tweede druk noodzakelijk. En het geeft aanleiding tot meerdere boekbesprekingen en artikelen. Tenminste twee daarvan, zullen ook in het Nederlands worden vertaald en bewerkt.

Gebaseerd op officiële hofverslagen, gesprekken met hofhistorici en zijn bábí contacten in Teheran, waaronder twee werknemers op de Franse legatie, beschrijft Gobineau in zeven hoofdstukken achtereenvolgens, het begin en de ontwikkeling van het Babisme, de gewelddadige botsingen in Shaykh Tabarsí en Zanján, de gevangenschap en dood van de Báb, de aanslag op Shah en de ‘Boeken der Bábís’.

Gobineau is weliswaar geen ooggetuige van de geschiedenis die hij beschrijft, en in die zin geen primaire bron, maar hij is wel de diplomaat, de oriëntalist, en de historicus die als eerste de godsdienst van de bábís—onder de naam ‘Babisme’ (Bâbysme)—in Europa bekend maakt en uitlegt.

— “In slechts weinige jaren, dat wil zeggen van 1847 tot 1852, heeft deze godsdienst zich over vrijwel geheel Perzië verbreid en telt zij binnen haar gelederen ontelbare geestdriftige aanhangers. In vijf jaar tijd heeft een land van tien tot twaalf miljoen mensen, […] een land dat niet de publicatie-middelen bezit die wij zo onmisbaar achten voor de verspreiding van ideeën, ik bedoel kranten en pamfletten, en dat zelfs geen posterijen heeft, noch ook maar één weg in het gehele rijk die geschikt is voor rijtuigen; dit land, zeg ik u, werd in vijf jaar in zijn geheel doordrongen van de leer van de Bábís, en de indruk die dat maakte was zodanig dat de zeer ernstige gebeurtenissen waarover ik hierboven verslag deed, daarvan het gevolg waren. En het is zeker niet het onwetende deel der bevolking dat geraakt werd; het zijn vooraanstaande leden van de geestelijkheid, het zijn de rijke en ontwikkelde mensen, vrouwen afkomstig uit belangrijke families; en het zijn, tot slot, na moslims, filosofen, grote aantallen soefi’s, en veel joden, die plotseling werden gewonnen voor deze nieuwe openbaring. […]

Aldus heeft het Babisme een aanzienlijk effect gehad op de intelligentsia der Perzische natie, en heeft het zichzelf zelfs buiten de grenzen van haar territorium verspreid; stroomde deze leer het gouvernement van Bagdad binnen, en heeft zij ook India bereikt. Onder de feiten die het betreffen, moet men als een der meest bijzondere aanmerken dat zelfs gedurende het leven van de Báb, veel geleerden van deze nieuwe godsdienst, vele van zijn meest overtuigde en meest toegewijde sekteleden, hun profeet nooit persoonlijk hadden gekend, en er geen groot belang aan lijken te hebben gehecht om zijn instructies uit zijn eigen mond te vernemen. Toch betoonden zij hem, volledig en zonder voorbehoud, de eer en verering waarop hij in hun ogen recht had. […]

Uit deze observatie volgt dat de welsprekendheid van deze vernieuwer en zijn persoonlijke innemendheid — twee kwaliteiten die hij zeker in hoge mate bezat — toch niet de voornaamste oorzaak waren voor het succes van zijn leerstellingen, en dat als enkelen uit zijn onmiddellijke omgeving al werden bekeerd door deze manier van overreding, het merendeel, en zonder twijfel de meest vooraanstaanden, juist werden geraakt en overtuigd door de diepgang van de leringen zelf.” —

— Gobineau

Babisme

Franse legatie in Teheran (Gobineau rechts)

Babisme

Les Religions et les Philosophies dans l’Asie Centrale

Bronnen — Algemeen Handelsblad 15 maart 1858; M. Compte de Gobineau: Les Religions et les Philosophies dans l’Asie Centrale - Parijs 1865; Fritz Smit-Kleine: ‘Graaf de Gobineau’ In: Den Gulden Winckel 1904; Moojan Momen [ed]: The Bábí and Bahá’í Religions 1844-1944, Some Contemporary Western Accounts - Oxford 1981; Bahá’u’lláh: De Verborgen Woorden - Den Haag 1994 A68; Europeana; Münchener Digitalisierung Zentrum, Digitale Bibliothek

Ga terug naar: Geschiedenis in vogelvlucht