Het eerste wereld rassencongres

wereld rassencongres

Zegel van het congres - ‘Eendracht tussen naties en volkeren’

Om elkaar ‘in een geest van vriendschappelijke naijver’ beter te leren kennen, komen in de zomer van 1911 zo’n 1.200 wetenschappers, diplomaten en vredesactivisten vanuit de hele wereld in Londen bijeen voor het eerste Universal Races Congress (Wereld Rassencongres)

De Afro-Amerikaanse hoogleraar, mede-organisator en burgerrechten-activist William E.B. Du Bois legt uit:

— ‘In nog geen twintig jaar zijn wij getuige geweest van het meest opmerkelijke ontwaken van naties die lang werden beschouwd als verzonken in zo’n diepe slaap dat zij alleen interessant waren voor de westerse wereld omdat zij een uitgestrekt en vruchtbaar terrein vormden voor commerciële rivaliteit - vaak hebzuchtig, wreed en bloedig in uitwerking - maar die verder een bijna verwaarloosbare factor vormden in internationale aangelegenheden.’

— William E.B. Du Bois

De organisatoren zijn van mening dat het ‘moderne geweten’ - ons gevoel van morele verplichting - onvoldoende internationaal is georiënteerd. Het is tijd voor een grotere toenadering tussen Oost en West.

Begin 1911 is het duidelijk dat ook bahá’ís van plan zijn om aan het congres deel te nemen. Zo helpt de ‘Bahá’í Raad van Washington’ mee in de organisatie, sturen zowel de ‘bahá’ís van Azerbaijan’ als de ’Verenigde Bahá’í Raden van Amerika’ steunbetuigingen, organiseren Londense bahá’ís ter promotie van het initiatief enkele gratis avondlezingen, en neemt een andere Britse bahá’í in februari vanuit Alexandrië, Egypte, de bijdrage (in het Perzisch en Engels) van ‘Abdu’l-Bahá mee naar Londen om daar te worden opgenomen in het gedrukte congresoverzicht, dat voorafgaande aan de beraadslagingen voor de deelnemers beschikbaar zal zijn. In mei gaan er geruchten dat ‘Abdu’l-Bahá persoonlijk het congres zal bezoeken.

De belangstelling is wereldwijd groot, vooral ook doordat de organisatoren de aandacht van de internationale dagbladpers weten te trekken met iets geheel nieuws: een persconferentie. De Nederlandse correspondent van De Telegraaf is aangenaam verrast:

— ‘Als dienaren van “de koningin der aarde” was deze bijeenkomst iets nieuws voor ons. Tot nog toe hebben wij hier immer de beleggers van internationale congressen achter de vodden moeten lopen, om daaromtrent een en ander te vernemen, wat tijd en moeite kost. Men deed net alsof er geen invloedrijk gezelschap van buitenlandse journalisten bestond. En vaak ignoreerde men ons, tot eigen schade. Het comité van dit a.s. congres sloeg derhalve een nieuwe weg in, wat een schitterend succes was.’

De Telegraaf, 12 april 1911

Na een welkoms-receptie op dinsdagavond, gaan op woensdag 26 juli de eigenlijke beraadslagingen officieel van start. De correspondent van De Telegraaf schrijft:

— ‘Toen ik hedenmorgen de daarvoor beschikbaar gestelde grote gehoorzaal van het gebouw der Londense Universiteit [het Imperial Institute] binnenkwam werd ik getroffen door het ongewone gezicht van alle mogelijke mensentypen. [...] de rassen van alle hemelstreken, koude en warme, waren vertegenwoordigd door hun meest intelligente voormannen, om deze week een symfonie van denkbeelden over heel de menselijke beschaving en verbroedering te laten horen.’

De Telegraaf, 28 juli 1911

‘Abdu’l-Bahá blijkt niet persoonlijk op het congres aanwezig te kunnen zijn, maar Zijn in het congresboek opgenomen bijdrage komt wel aan de orde. Net zoals de andere circa 50 schriftelijke bijdragen wordt die niet voorgelezen op de betreffende ‘sessie’ zelf, maar krijgt iedere auteur de gelegenheid om in zeven minuten een toelichting te geven. En zo kan het gebeuren dat een Amerikaanse bahá’í op donderdagmiddag 27 juli - ‘de grote gehoorzaal van het Londense universiteitsgebouw was wederom goed gevuld’ - een brief van ‘Abdu’l-Bahá aan de voorzitter van het congres voorleest:

— ‘Mijn Waarde Vriend, Uw uitnodigingsbrief werd ontvangen en ik ben u er zeer dankbaar voor. Het is mijn grootste verlangen om bij zo’n bijeenkomst aanwezig te zijn, want ik heb er alle vertrouwen in dat er positieve resultaten uit deze bijeenkomsten zullen volgen, en dat ze het middel zullen worden om vriendschap en liefde te vestigen tussen de verschillende rassen van de wereld. Zo kan de basis van vijandschap worden vernietigd en kan de tent van de eenheid der mensheid in alle regionen worden opgericht.

— Ik betreur het zeer dat omstandigheden mij ervan kunnen weerhouden om te komen, maar ik zal zoveel als in mijn vermogen ligt doen om aanwezig te zijn. Mocht dat toch niet lukken, excuseert u mij dan.

— Met een oprecht hart smeek ik aan de Goddelijke Drempel dat dit congres succesvol moge zijn in het oprichten van een nobele instelling die permanent en eeuwig zal zijn; dat het een kaars moge ontsteken waaruit een hemels licht zal schijnen, en een boom moge planten welks vruchten vriendschap, liefde en eenheid tussen alle mensenkinderen moge zijn, opdat conflict en oorlog kunnen worden afgeschaft, en nationalistische, raciale, religieuze en politieke vooroordelen worden vergeten. Vrede moet strijd vervangen, vijandschap moet worden verdrongen door liefde, vervreemding moet worden vernietigd en eenheid moet worden gevestigd. Dan zal dat wat in de hemelse boeken wordt genoemd geworteld raken in de harten van allen, en de blijde tijdingen van de Heilige Geschriften worden vervuld.

— Tot slot bied ik mijn grootste waardering en respect aan voor zo’n gezegend congres. - Abbas.’

— ‘Abdu’l-Bahá, brief 29 mei 1911

De brief wordt met applaus begroet.

Naast beraadslagingen, lunches, teas, diners en recepties kan men tijdens het congres ook even de rust van een tentoonstelling opzoeken. Daar vindt men dan, naast een grote hoeveelheid relevante literatuur, een aantal ‘gekleurde platen die een beeld geven van de in de wereld levende rassen’ en een serie van honderden fotoportretten van ‘mannen van betekenis, van allerlei ras en kleur’.

Op zaterdag, tijdens de slotzitting, zijn allen het erover eens dat, ondanks de kritiek dat ‘gevoelsmensen’ de beraadslagingen zouden hebben overheerst ten koste van de ‘wetenschappelijke mannen’, het congres een groot succes was geweest. Men besluit daarom iedere vier jaar opnieuw bijeen te komen.

Wereld rassencongres

De congreslocatie - het Imperial Institute in Londen

Wereld rassencongres

Congres-deelnemers voor de ingang van het Imperial Institute

Nederland’s kostbaarst sieraad

Volkeren als eigendom - ’Nederland’s kostbaarst sieraad’ 1906

rassen der mensheid

‘De vijf rassen der mensheid’ 1911

'Abdu'l-Baha's bijdrage aan het congres

(Ongeautoriseerde vertaling)

— Wanneer wij over de wereld reizen, en in een land een toestand van welvaart waarnemen, dan zien wij dat die het gevolg is van het bestaan van liefde en vriendschap tussen de mensen. Als daarentegen alles noodlijdend en armoedig lijkt, kunnen wij er zeker van zijn dat dit het gevolg is van vijandigheid en van het ontbreken van eendracht onder de inwoners.

— Hoewel een dergelijke stand van zaken voor de passerende reiziger duidelijk is, blijven de mensen zelf vaak in de slaap van achteloosheid, of houden zij zich bezig met twistgesprekken en meningsverschillen, en zijn zij zelfs bereid hun medemens af te slachten!

— Overweeg aandachtig de voortdurende integratie en desintegratie van het ontzagwekkende universum. … Eenwording en opbouw zijn de oorzaak van Leven. Het uiteenvallen van deeltjes veroorzaakt verlies, zwakte, verstrooiing en verval.

— Zie de verscheidenheid aan bloemen in een tuin. Zij lijken slechts elkaars lieflijkheid te versterken. Wanneer er in het Mensenrijk verschillen in kleur, ideeën en karakter worden aangetroffen en deze onder controle komen van de kracht van Eenheid, dan tonen ook zij hun kenmerkende schoonheid en perfectie.

— Rivaliteit tussen de verschillende mensenrassen werd aanvankelijk veroorzaakt door de strijd om het bestaan onder de wilde dieren. Deze strijd is niet langer nodig: nee, veeleer worden onderlinge afhankelijkheid en samenwerking gezien als oorzaak van de hoogste welvaart van landen. De strijd die nu gaande is, wordt veroorzaakt door vooroordeel en onverdraagzaamheid.

— Tegenwoordig kan niets anders dan de kracht van het Goddelijk Woord, dat de werkelijkheid aller dingen omvat, de zielen, harten en geesten van de wereld samenbrengen onder de schaduw van de hemelse Boom van Eenheid.

— Het Licht van het Woord schijnt nu aan iedere horizon. Rassen en landen, met hun uiteenlopende geloofsbelijdenissen, komen onder de invloed van het Woord van Eenheid samen in liefde en vrede.

— De Gezegende, Bahá’u’lláh, vergelijkt de wereld van bestaan met een boom, en de volkeren met diens vruchten, bloesems en bladeren. Allen moeten fris en krachtig zijn, waarbij het bereiken van hun schoonheid en vorm afhangt van de liefde en eenheid waarmee zij elkaar steunen en het eeuwige Leven zoeken. De vrienden van God dienen in de wereld de manifestaties van deze barmhartigheid en liefde te worden. Zij moeten niet stilstaan bij de tekortkomingen van anderen. Onophoudelijk moeten zij nagaan hoe zij anderen kunnen helpen en dienstbaarheid en samenwerking kunnen tonen. Aldus dienen zij elke vreemdeling tegemoet te treden, daarbij de vooroordelen en het bijgeloof opzij zettend die vriendschappelijke betrekkingen zouden kunnen verhinderen.

— Vandaag is de edelste persoon hij die zijn vijand de parel van edelmoedigheid schenkt, en een baken is voor de misleide en onderdrukte. Dit is het gebod van Bahá’u’lláh.

— O geliefde vrienden! De wereld verkeert in een oorlogszuchtige stemming en haar rassen staan vijandig tegenover elkaar. De duisternis van onenigheid omringt hen, en het licht van vriendelijkheid dooft. De fundamenten van de samenleving worden vernietigd en de banieren van leven en vreugde worden omvergeworpen. De leiders der volkeren lijken zich te beroemen op het vergieten van bloed — Vriendschap, oprechtheid en eerlijkheid worden veracht …

— De roep om arbitrage, vrede, liefde en solidariteit is de roep van Bahá’u’lláh. Zijn vaandel wappert sinds vijftig jaar en roept allen op, van welk ras of geloofsovertuiging ook.

— O gij vrienden van God! Erken dit pure licht; leidt de volkeren die in onwetendheid verkeren, en zing de melodieën van het Koninkrijk van God, opdat het dode lichaam der mensheid opnieuw tot leven komt.

— Leid het volk van God. Inspireer hen om de levens na te volgen van de heiligen die hen zijn voorgegaan. Wees werkelijk vriendelijk, niet slechts in uiterlijk. Wees vaders voor de wezen, een geneesmiddel voor de zieke, een schat aan rijkdom voor de arme, en een beschermer van de ongelukkige.

— Waar liefde woont, is licht! Waar vijandigheid verblijft, is duisternis!

— O vrienden van God! Streef ernaar om de duisternis te verdrijven en de verborgen betekenissen van zaken te onthullen, opdat hun Werkelijkheid duidelijk en gevestigd wordt in de ogen van een ieder.

*

— Dit congres is een van de grootste gebeurtenissen. Het zal Engeland voor altijd tot eer strekken dat het in haar hoofdstad plaatsvond. Het is gemakkelijk om een waarheid te aanvaarden; maar moeilijk om er standvastig in te zijn, want beproevingen zijn er vele en zware. Het is bekend dat de Britten resoluut zijn en niet lichtjes hun doel uit het oog verliezen, niet bereid zijn om slechts voor een korte tijd aan een zaak te beginnen, noch geneigd om die voor een kleinigheid op te geven. Voorwaar, bij alles wat zij ondernemen betonen zij standvastigheid.

— O Mensen! Zorg ervoor dat dit niet een zaak van woorden is, maar van daden. Sommige congressen worden slechts gehouden om verschillen te vergroten. Laat dat niet zo zijn met het uwe. Doe uw best om harmonie te vinden. Laat Broederschap onder u gevoeld en gezien worden; en draagt zijn levendmakende kracht over de hele wereld. Het is mijn gebed dat het werk van het congres grote vruchten zal afwerpen. — ‘Abdu’l-Bahá Abbas’

Wereld rassencongres

De bijdrage van ‘Abdu’l-Bahá in het congresboek

Wereld rassencongres

Het vervolg van ‘Abdu’l-Bahá’s bijdrage

Bronnen — Nieuwe Rotterdamsche Courant, vrijdag 15 april 1910; Land en Volk, 27 september 1910; De Telegraaf, 12 april, 18 april, 19 juli, en 28 juli 1911; Algemeen Handelsblad, 27 juli, 28 juli 1911; Het Vaderland, 1 augustus 1911; Star of the West, 9 april, 17 mei, 5 juni, 24 juni, 1 augustus, en 20 augustus 1911; Wetenschappelijke Bladen, een bloemlezing uit buitenlandsche tijdschriften 1912; Papers on Inter-Racial Problems communicated to the First Universal Races Congress held at the University of London - July 26-29, 1911 - London/Boston 1911; ‘The Races Congress.’ In: The Crisis, September 1911; Internet Archive; Digital Commonwealth; Collectie Nederland; Credo Library, University of Massachusetts Amherst; Baltimore Ethical Society.

Ga terug naar: Geschiedenis in vogelvlucht of Nederlandse geschiedenis